Donderdag 10 augustus 2023 Een dag om nooit te vergeten 108 km 155 hm
Om een rondje in Madagaskar te kunnen fietsen had ik thuis bedacht om, tussen het asfalt van de N7 bij Tulear en het asfalt van de N35 bij Morondava, een 450 kilometer lang zandwegen-avontuur aan te gaan. Een Chinees bedrijf is bezig met het asfalteren van de N9. De afgelopen 2 dagen heb ik dus niet 250 kilometer over een zandweg gefietst, maar over prachtig nieuw asfalt. Vandaag verlaat ik het asfalt om de uitdagende zandweg richting Belo sur Mer te fietsen.img3284
Tijdens het ontbijt zit ik naast een Duits sprekend stel. Zij zijn gisteren met de auto van Belo sur Mer naar Manja gereden. Ze hebben me een paar spannende filmpjes laten zien van de route. Ik zal een paar keer door een rivier moeten waden. Ze hebben me ook gevraagd hoeveel kilometer ik minder per dag fiets op een zandweg ten opzicht van een asfaltweg. Mijn antwoord was dat ik meestal toch nog wel 100 kilometer op een zandweg fiets. Of dat hier ook het geval is weet ik natuurlijk niet. Waarschijnlijk is het net te ver voor één dag en zal ik onderweg moeten wild kamperen. Ze hebben zelf thuis mountainbikes en denken dat het onmogelijk is om hier 100 kilometer te fietsen.

Meteen buiten Manja is de weg al behoorlijk uitdagend door stukken met mul zand. Aan de andere kant kan ik ook vaak prima door fietsen. Al na een paar uur fietsen is er een riviertje waar ik doorheen moet. Op de filmpjes heb ik allemaal behulpzame mannen en jongens gezien die aangeven waar het ondiep is. Op dit moment is er echter niemand. Ik hoor wel iemand hout hakken. Ik roep heel hard “bonjour”. Er komt geen reactie. Ik zal zelf uit moeten zoeken waar ik het beste door de rivier kan lopen. Op mijn slippers wandel ik het water in totdat het te diep wordt. Als ik verder zou lopen dan wordt mijn fietsbroek nat. Dat wil ik graag voorkomen. Gelukkig lukt het me een ondiepe doorgang te vinden waar het water maar tot net boven mijn knieën komt. Ik kan mijn fietstassen gewoon op de fiets laten zitten en wandel zo door het water, in de hoop dat de onderzijde van mijn fietstassen nog waterdicht is.

img3285Urenlang fiets ik met heerlijk weer door een Afrikaanse savannen. Af en toe is er een stukje met mul zand. Soms moet ik afstappen en een stukje wandelen. Een enkele keer is er een steile helling met rotsen en stenen in de weg. In de buurt van dorpen zijn er irrigatiekanalen. Bij die kanalen moet ik steeds op zoek naar een goede doorwaadbare plaats om door het water te wandelen zonder dat ik mijn bergschoenen uit hoef te doen.
Iemand heeft over de weg een eenvoudige slagboom geplaatst. Er is niemand te zien. De slagboom is krom. Met mijn voorwiel duw ik tegen de slagboom. De kromme slagboom komt nu zo ver naar beneden te hangen dat ik mijn fiets erover kan tillen. Net als ik weer op de fiets wil stappen staat er een man naast me die zegt “5000 Ariary”. Ik heb geen idee waarom ik die man dat geld zou moeten betalen. Ik fiets hier op één van de slechtste wegen die je maar kunt bedenken en bovendien denk ik dat die man niet de weg heeft laten aanleggen. Ik vraag een paar keer waarom. Maar het enige wat de man kan zeggen is “5000 Ariary”. Zonder te betalen fiets ik verder.
Een klein stukje na een dorp hoor ik opeens voor me twee mannen die “vazaha” zeggen. Ze rennen de weg op met een slagboom en een stok om snel voor me de weg af te zetten. Ik fiets 6 kilometer per uur door het mulle zand. In plaats van af te remmen, ga ik iets harder trappen en roep in het Nederlands “Wat maak je me nou?” De mannen schrikken hiervan zo hard, dat ze de slagboom laten vallen en hard de bosjes in rennen. Ik fiets wederom verder zonder deze belachelijke tolheffing te betalen.
Halverwege de fietsdag ben ik ruim over de helft van de 109 img3303kilometer lange afstand naar Belo sur Mer. Meteen na de middagpauze moeten mijn schoenen nog een keer uit. Voor me ligt weer een ondiepe rivier. Drie mannen lopen vanaf de andere zijde naar me toe, Zo kan ik prima zien wat de beste plaats is om naar de overzijde te wandelen.
Met mijn fiets in de hand wandel ik de rivier in. Halverwege kom ik de 3 mannen tegen. Ik ben bang dat de fiets te diep het water zal gaan. De mannen vertellen me dat de fiets opgetild moet worden. Ik heb een beter idee. Ik geef 2 mannen elk één fietstas. De derde man loopt voor me uit om te laten zien waar het water niet te diep is. Ik loop met de fiets achter hem aan. Aan de overzijde geef ik alle 3 de mannen 1000 Ariary.

Een kilometer verder zie ik op mijn gps dat ik door een heel brede rivier moet. Even later sta ik echter in een brede droge rivierbedding. Door het mulle zand sleep ik mijn fiets naar de overzijde.
Na de brede rivierbedding kom ik in het droog tropische bos van Nationaal Park Kirindy-Mite. Hier wordt het loodzwaar. Er zijn steeds meer stukken waar ik door mul zand moet lopen. Ik zeg lopen, maar dat is niet de juiste omschrijving. Een fiets met bepakking kun je niet duwen door mul zand. Ik pak steeds mijn fiets bij het frame onder het zadel en til de fiets omhoog uit het zand. Daarna kan ik dan steeds een kleine pas maken want voor met zit de linker trapper in de weg en achter me de linker fietstas. Het zou beter zijn om de fiets met img3309bagage op mijn schouder te dragen en dan gaan lopen. Het gewicht van de fiets met bagage is 45 kilogram. Dat is veel te zwaar en onhandig om op mijn schouder te dragen.

In de middag is er één keer een stuk van 9 kilometer waar ik kan fietsen. Verder moet ik steeds vaker lange stukken mezelf lopend en fietsslepend door het zand bewegen. In een deel van het bos staan prachtige baobabs.
Na het bos volgt een meevaller. De weg gaat door de salinas (zoutvlaktes). Ik heb het advies gekregen hier over de weg te blijven fietsen. De weg is een soort dijk van rood zand met allemaal kleine gemetselde bruggetjes waar het water onder de dijk kan door stromen. De bovenste 30 centimeter van het wegdek zijn weggespoeld of weggewaaid, waardoor de bruggetjes als obstakels boven het wegdek uit steken. Er is dus niet normaal te fietsen op de weg. De sporen door de zoutvlaktes zijn gelukkig prima en met de wind in de rug fiets ik met ruim 20 kilometer per uur.
Even volgt er een loodzware zandduin. Daarachter is weer een stuk zoutvlakte. Het laatste deel van dit stuk zoutvlakte is niet opgedroogd. Mijn fiets loopt helemaal vast in de plakkende drek. Het is moeilijk lopen op de spekgladde ondergrond terwijl ik mijn fiets met geblokkeerd achterwiel moet slepen. Gelukkig is het maar een klein stukje tot ik weer vaste grond onder de voeten heb. Met een paar takjes probeer ik de zoute klei uit mijn remmen en fietsslot weg te drukken.


De laatste kilometers naar Belo sur Mer zijn alleen nog maar super lastige zandduinen. Het is gewoon veel te zwaar om met 3,5 kilometer per uur een fiets door het mulle zand te slepen. Na een uur lopen gaat de zon onder. Ik ben nu zo dichtbij dat het gek zou zijn om een paar kilometer voor Belo sur Mer te gaan wild kamperen. Mijn benen zitten ook helemaal onder het zand en zout. Ik wil een goede douche en ik wil vooral ook goed eten.img3318
Het begint donker te worden. Ik hoor de muziek in Belo al. Belo is niet ver meer. De goedkope hotels in Belo zou ik nog wel kunnen halen, maar de goede hotels zijn iets verderop in de duinen. Bij het laatste daglicht pak ik mijn reisgids en zoek het telefoonnummer op van het eco-hotel dat op het einde van mijn track ligt. Ik bel het hotel en vraag ze of ze nog een kamer vrij hebben. De Franse eigenaar vertelt dat hij nog een kamer vrij heeft.
Ik vraag hem of hij me op kan komen halen. Hij wil eerst niet geloven dat ik met de fiets naar Belo sur Mer ben gekomen. Dus leg ik hem een paar keer uit dat ik op precies 3 kilometer rijden van zijn hotel met mijn fiets in de zandduinen sta. Hij vraagt nogmaals of ik al door de salinas ben. Ja, ik sta op 3 kilometer van het hotel in de duinen.
De Fransman komt me ophalen. Als ik 700 meter voor Belo sur Mer en 2,5 kilometer van het hotel ben zie ik 2 koplampen naderen. Even later ligt mijn fiets achter op de quad en bedenk ik me dat het best leuk is om met een quad door de zandduinen te rijden.
Bij het hotel moet mijn fiets nog even op de quad blijven liggen. De Fransman wil eerst een foto maken. Zijn ouders maken fietsreizen door Europa en hij zegt dat ze anders nooit zullen geloven dat er een fietser in Belo was. De vrouw van de Fransman is even in paniek als ze me ziet. Ze is niet blij met zo’n smerige man in één van haar mooie bungalows. De fiets en mijn schoenen moeten buiten blijven staan. Gelukkig mogen mijn vuile benen wel mee naar binnen.
Foto fiets op quad
Het hotel is super de luxe. Mijn stijlvolle bungalow is 4 keer zo groot als de uitstekende bungalow afgelopen nacht in Manja. De prijs is maar 160.000 Ariary. Het is wel een eco-lodge. Dat betekent hier dat ik in plaats van een douche met één fles koud water naast mijn tent, nu alsnog moet douchen met flessen met water. De flessen liggen buiten in een bak op het strand met een glasplaat erop en een spiegel erachter. De zon heeft het water heerlijk opgewarmd en ik mag net zoveel flessen pakken als ik wil.
Het avondeten is heerlijk en vooral ook veel. Daar had ik zin in na deze geweldige, maar ook loodzware, fietsdag. Het is jammer dat ik hier maar 1 nacht mag blijven, want voor morgen waren alle bungalows al besproken. Morgen zal ik moeten bekijken wat de mogelijkheden zijn om verder naar het noorden te gaan. Volgens de Franse eigenaar gaat de weg de komende 100 kilometer bijna helemaal door mul zand. Ik verwacht dat dat niet waar is, maar ik heb geen zin om mijn fiets te slepen door de eerste 8 kilometer met zandduinen en het natte deel van de salinas. Ik hoop dat er morgen een boot of een taxi-brousse gaat naar Morondava.
Ik slaap altijd afwisselend op mijn linker en rechter zij. Ik heb vandaag mijn fiets waarschijnlijk enkele tienduizenden malen een stukje opgetild. Helemaal boven aan mijn rechterbeen voelt het beurs. Bij het optillen van mijn fiets stoot ik blijkbaar met de fietsbuis tegen mijn bovenbeen. De komende week kan ik beter op mijn linker zij slapen.
Mijn zandwegen-avontuur was door de nieuwe asfaltweg een stuk korter geworden. Het geweldige avontuur van vandaag heeft dat meer dan goed gemaakt. En het avontuur is nog niet ten einde, want ik ben pas halverwege het zandtraject.

Vrijdag 18 augustus 2023 Einde reis 26 km 117 hm

img3354Ik heb een week lang geen inspiratie gehad om te schrijven. Dat betekent niet dat het een saaie week was. Terug fietsen naar het hoogland was wel qua landschappen een herhaling van zetten. Dus kan ik in de toekomst beter geen rondje gaan fietsen.
Na het geweldige zandweg-avontuur naar Belo sur Mer, zat ik daar even vast. Er gingen geen boten naar Morondava. In het dorp heb ik me gemeld bij Dé Dé. Dé Dé regelt de taxi-brousse en vertelde dat om 13.00 uur misschien een taxi-brousse zou rijden naar Morondava. Ik heb me met de quad naar het dorp laten brengen.

Ver weg van de asfalt wegen ben je pas in het “echte” Afrika. Natuurlijk ging er vrijdag helemaal geen taxi-brousse naar Morondava. Op het einde van de middag was het goedkope hotel in het dorp vol. Gelukkig mocht ik er mijn tent opzetten in de achtertuin.
Zaterdag stond ik om 5 uur klaar voor vertrek. Het leek me nogal vroeg voor het vertrek, maar ik stond in ieder geval op tijd klaar. Tijdens de avondmarkt had op vrijdag op het dorpsplein, een vlak stukje zandduin, gezien dat het autowrak dat er in de middag stond zonder achterwielen en achteras toch weer weg gereden was.
Rond 7 uur is het wrak er weer. Er wordt weer druk gesleuteld aan de achteras. Het rechterwiel is eraf en men laat olie in de achteras lopen. Ik begon op een gegeven moment door te krijgen dat deze sloopauto de taxi-brousse is. Ik heb gisteren mijn ticket al betaald, dus Dé Dé denkt blijkbaar dat we vandaag nog naar Morondava rijden.
Ik heb tegen mezelf gezegd “Nee, Wilbert. Heb een beetje img3357Afrikaans geduld. Ga nou niet meteen die Fransman bellen en vragen of hij je achter de eerste 8 kilometer zandduinen kan afzetten om dan te proberen te gaan fietsen.” Om 8 uur moesten alle passagiers naar het 500 meter verderop gelegen gemeenschapshuis wandelen. Een half uur later kwam de auto aanrijden. Ik geloofde mijn ogen niet. Het wrak kan nog rijden ook. Tijdens het laden van de auto en ook nog daarna moest er nog heel wat olie in de versnellingsbak.

Om 9 uur vertrokken we. Mijn zitplaats was voorin tussen de bijrijdersstoel en de stoel van de bestuurder in. Ik dacht, “dit avontuur is toch een paar dagen lol voor nog geen €15.” Naast de chauffeur zijn er ook 3 monteurs mee om de auto aan de praat te houden. De motorkap ging bij elke stop open. Het grootste probleem leek de vering. De op elkaar gestapelde stalen strippen met een houten klos ertussen waren met touwtjes aan elkaar geknoopt. Om het kwartier stopte we wel weer, waarna 2 monteurs met een hamer bezig waren onder de auto. En bij elke stop werden er weer een paar extra touwtjes ergens vast geknoopt. Toen de motorkap de eerste keer open ging had ik al gezien dat alle boutjes en moertje allang verdwenen waren en dat alles was vastgeknoopt met touwtjes.
Uiteindelijk duurde de rit 6 uur over 100 kilometer. Door het langzame rijden en de vele tussenstops was het best een img3366aangename rit. De luxe nieuwe 4WD hebben hier ook 4 uur voor nodig. Er waren onderweg ook een paar slagbomen waar de chauffeur steeds 5000 Ariary betaalde. Bij de tweede rivier die we door moesten, ben ik met een paar andere passagiers door de rivier gewandeld. Het was even lekker pootje baden voor we weer verder reden.

Zondag ben ik van een luxe beache resort waar ik 220.000 Ariary betaalde voor een bungalow naar een hotel gefietst waar ik 15.000 Ariary betaalde voor een kamer. Halverwege heb ik een uitstapje gemaakt naar de Allée des Baobabs. Dit kleine stukje weg met bomen langs de weg is echt schitterend en één van de hoogtepunten van Madagaskar.
Maandag had ik een korte dag ingepland. Maar het hotel op het einde van mijn track, net na de afslag richting Miandrivaso, bleek alleen een hotely te zijn. Een hotely is een restaurant. Ik had geen zin om deze armoedige plek te gaan zoeken naar een ander hotel. De verrassing van de dag was dat ruim 40 kilometer verder langs het Paradis fietste. Ik zag er een zwembad met een paar bungalows. Bij navraag bleek het inderdaad een hotel en voor maar 40.000 Ariary kreeg ik een bungalow met gratis gebruik van het zwembad. Het restaurant bij het hotel was gesloten. s ’Avonds heb ik op de avondmarkt gegeten. Dat eten was niet slecht, maar zeker niet goed genoeg voor een hongerige fietser.

img3420 Dinsdag was mijn laatste dag in het laagland. Na een korte fietsdag was ik voor de lunch al in een luxe hotel. Hier had ik weer een prima kamer met veranda. Het uitzicht over het laagland vanaf het restaurant en het zwembad was super. Ik heb er die dag nog 4 heerlijke maaltijden gegeten.
Woensdag vertrok ik na een goed ontbijt en met een lunchpakket voor onderweg voor een flinke bergetappe. De berglandschappen waren meteen weer fraai. Rond de middag was mijn lunchpakket al op. Ik had meer goed eten nodig voor de zware bergetapp.
img3446
Aan het begin van de langste klim van de dag voelde ik opeens een stekende pijn in mijn rechter bovenarm, op mijn borst vlak bij de arm en bij mijn schouderblad. Door de pijn, te weinig eten en de hitte begon ik me slap te voelen. Ik ben rustig verder gefietst. Ja, het was heet maar de bergpas was niet steil. Bij elke beweging van linker of rechterarm voel ik de stekende pijn. Toch leek door fietsen naar een dorp met hotel de beste oplossing. Voor ik op de top van de bergpas was, waren er eerst nog een paar afdalingen gevolgd door beklimmingen naar een grotere hoogte. Nog voor de pashoogte van 1093 meter was ik al uitgeput. img3470Helaas volgde daarna nog 11 pittige afdalingen en ii pittige beklimmingen.

Op het einde van de dag was ik 760 meter hoger, had ik 118 kilometer gefietst en 2301 hoogtemeters gemaakt. In Mandoto vond ik gelukkig nog een slecht hotel met vet eten. Dat eten heb ik een paar uur later weer uitgespuugd. Verder heb ik de hele nacht flink liggen zweten en op één moment leek het alsof mijn voorhoofd in brand stond.

img3481
Donderdag besloot ik mijn fietstocht één dag in te korten. In plaats van verder fietsen stond ik even later boven op een taxi-brousse, om er voor te zorgen dat mijn fiets goed werd vast gebonden op het dak. Daarna had ik een prima 4 uur durende rit naar Antsirabe. Op de heenreis had ik daar gekampeerd. Dit keer heb ik er een bungalow genomen. Maar voor ik er de rest van de dag op bed ben gaan liggen met uitzicht op de prachtige tuin, ben ik eerst bij de boulangerie gaan lunchen. Helaas kon mijn maag nog niet veel eten verdragen. In de avond heb ik eerst een ibuprofen ingenomen om mijn misselijkheid weg te werken, vervolgens ben ik weer naar het beste restaurant van Antsirbe gegaan.
Vanochtend voelde ik me al een stuk beter. Ik heb ontbeten bij de boulangerie. Een croissant en een pain chocolat eten was alsof ik weer even in Frankrijk was. Daarna was het zoeken naar het juiste busstation. De rit met de volgepakt taxi-brousse was weer best aangenaam. Ik werd in ieder geval niet wagenziek. Het was mijn snelste autorit in Madagaskar. Maar snel was het zeker niet. De ruim 160 kilometer hebben we afgelegd in 5 uur en 3 kwartier. Van Antananarivo naar Ivato ben ik gefietst, want in de verkeerschaos aldaar kun je net zo snel fietsen als autorijden.
Nu ben ik weer terug in het hotel waar ik mijn fietsdoos achter gelaten heb op de heenreis. Hier kan ik weer genieten van het heerlijke eten.  Morgen heb ik de hele dag de tijd om mijn fiets in te pakken. Op het einde van de dag vlieg ik via Parijs terug naar huis. Zondagavond ben ik weer thuis en maandag ga ik weer naar mijn werk.
Madagaskar was een leuk fietsavontuur. Ik heb 1815 kilometer gefietst met 14783 hoogtemeters.

De hoogtepunten waren:
* Ringstaartmaki’s en andere lemuren
* Heerlijke bergwegen met vergezichten van het hoogland
* Geweldig avontuur op de zandweg van Manja naar Belo sur Mer
* Kleurrijk volk in de hooglanden
* Zwemmen in de 2 prachtige waterpoelen in NP Isola
* Baobabs en met name de Allée des Baobabs
* 3 Beach resorts

Ook fraai waren:
* Overnachten in bungalows in prachtige tuinen
* Markten in de dorpen langs de weg
* Taxi-brousse avontuur van Belo sur Mer naar Morindava
* Vele ossenwagens
* Avondmarkten
* Zonnige winterweer
* Dorpen van baksteenarchitectuur in de hooglanden en lemen hutten tot rieten minihuisjes in de laaglanden
* Lekkere vismaaltijden in de duurdere restaurants

img3500
De uitgaven bereken ik altijd per nacht. In dit geval tel ik de kosten van de 4 vliegreizen bij elkaar op en deel die dan door het aantal nachten in het land. De eerste nacht in het vliegtuig tel ik mee bij Mauritius en de laatste nacht in het vliegtuig bij Madagaskar. In totaal heb ik €2843 uitgegeven aan de vliegreizen. Met 36 nachten komt dat uit op €78,79 per nacht.
Voor Madagaskar heb ik voor de vliegreizen €2090 (65%), voor de overnachtingen €460 (14%), voor 2 taxi’s en 3 taxi-brousse ritten €33 (1%), voor eten en drinken onderweg €348 (11%), voor bezoek nationale parken €171 (5%), voor het visum €35 (1%) en voor consult met malariatabletten €80 (2%).
In totaal heb ik €3217 uitgegeven. Dat is €123,73 per dag.
Madagaskar is een goedkoop land. De vliegreis er naar toe is duur. Wat mijn verblijf ook wat minder goedkoop maakte zijn de nationale parken. Als je met meerderen een gids zou delen zou dat een stuk goedkoper kunnen zijn.
Ook is mijn verblijf minder goedkoop geworden door de 2 nachten in een “duur” hotel bij het vliegveld en 3 nachten in luxe resorts aan de kust. Ik betaalde voor de 20 overnachtingen gemiddelsd €22,25. De 5 duurste hotels waren gemiddeld €50 per nacht, waarvan de duurste €83 was. De overige 15 hotelovernachtingen waren gemiddeld €9,75 per nacht. Maar ook al is het verschil met het goedkoopste hotel (€3,45) behoorlijk groot, die dure hotels waren het meer dan waard en naar Europese standaards nog altijd goedkoop.
Het kamperen was met €3 per nacht ook goedkoop.