Verenigde Staten van Amerika deel 2

Dinsdag  9 mei 2018  Golden Gate Bridge  68 km  745 hm
   8819
Eergisteren is Celine aangekomen op het vliegveld van San Francisco. Gisteren hebben we het gevangeniseiland Alcatraz bezocht en de stad bekeken. Vandaag starten we met fietsen in de mist en een klein beetje motregen. Ons hotel in San Francisco ligt op de rand van Chinatown. Er zijn veel goede restaurants in de buurt tussen de vele nachtclubs. De afgelopen dagen hebben we heerlijk gegeten bij de Mexicaanse en vooral Aziatische restaurants. De nachtclubs hebben we niet bezocht.

Over Columbus Street fietsen we naar het noorden. We zien al snel de San Francisco Bay en Alcatraz. Langs de noordkust van het schiereiland waarop San Francisco ligt fietsen we door enkele parken en daarna zijn we al snel bij de Golden Gate Bridge. De onderzijde van de brug is zichtbaar, het bovenste deel hangt in de mist. We fietsen de brug op en maken foto's op de brug. Aan de overziijde draaien we om fietsen we terug over de brug naar het zuiden.

Aan de zuidzijde van de brug pakken we onze route op naar het zuiden. Dit is de Pacific Coast Bycicle Route, die ik in de eerste dagen in de USA -tussen San Diego en Los Angeles- in noordelijke richting heb gefietst. Via een rustige bosweg komen we in de stadswijk Richmond. Bij een kleine supermarkt doen we inkopen. Na Rchmond fietsen we een slingerweg over door het Golden Gate Park. Aan de kust van de Pacific Oceaan lijkt het even op Nederland. Net voor de duinen staat hier een windmolen.

8837De route gaat afwisselend over de grote weg -Great Highway- , leuke fietspaden door natuurgebieden en door woonwijken. Net na Rockaway Beache is er een fraai stukje fietspad. Even denk ik dat de weg na het strand dood loopt. Maar dan zie ik dat we over een stel fraai aangelegde haarspeldbochten tegen een helling aan gaan klimmen. Na 10 scherpe bochten komen we bovenop de helling aan en dalen we af naar Pacific State Beache.

Na Pacifica moeten we de Great Highway weer op. Op een gevaarlijke smalle weg klimmen we tot vlak voor een tunnel. Hier rijden de auto's de tunnel in en wij fietsen verder over de oude highway naar Devil's Slide. Hier hebben we een fraai uitzicht over het eerste stukje kust en de ocaan. Het is mistig hier waardoor we niet ver kunnen kijken. Op een bord staan de walvissen aangegeven die je hier soms kunt zien. Wij zien er helaas geen.

Op het einde van de middag zetten we onze tenten op op het kampeerterrein van Half Moon Bay State Beache. Op het bankje naast onze tenten koken we ons avondeten. Naast onze tafel is een houten kast. Van één van de andere fietsers die hier kamperen -en die ook allemaal op weg zijn naar het zuiden- horen we dat we het eten in de kast moeten bewaren. Er zijn hier wasberen. Ook horen we -wat we al weten- dat de kustroute na Big Sur is afgesloten. Op een filmpje zie ik dat er daar een compleet nieuwe weg wordt aangelegd omdat de weg door een aardverschuiving is verwoest. s'Avonds -als de bewaking naar huis is- zou je over de gesloten weg kunnen fietsen. Wij hebben echter al een alternatieve route bedacht door eerder -dan gepland- het binnenland in te gaan.

De hele dag stond er een koude zeewind en alleen als de zon tussen de mistbanken door kwam was het even aangenaam. Nu de zon onder is, is de  wind onaangenaam koud en we verdwijnen al snel in onze tenten.

Zondag  13 mei 2018  Bart in het ziekenhuis  9 km  
   
Voor de vierde nacht staan we op de camping van New Brighton State Beache. Normaal mag je hier maar één nacht op de fietskampeerplaatsen staan, maar omdat Bart ziek was hebben we toestemming gekregen om hier langer te blijven staan. Na 2 dagen fietsen lijkt er voorlopig een einde aan het de fietstrip samen met Bart en Celine te komen. Donderdag was Bart plotseling ziek. Een andere fietser die het niet normaal vond dat zo'n jonge man ziek in zijn tent lag heeft toen 911 gebeld. Een ambulance is langs geweest en heeft wat advies gegeven. We vonden het toen nog wat overdreven om hem met een ambulance naar het ziekenhuis te gaan.

Een dag later bleek er geen verbetering en toen zijn Ceine en Bart samen met een taxi naar een dokter gereden. Die heeft een antibiotica voorgeschreven. Gisteren, weer een dag later, zijn ze weer terug gegaan naar een andere dokter omdat de eerste dokterspost in het weekend gesloten was. Toen de dokter hem zag lopen -wat zeer moeizaam en pijnlijk was- werd hij al snel doorgestuurd naar het ziekenhuis. Daar moest hij blijven. Ze onderzoeken nu of hij een bacterie heeft.

Ik heb op de camping geen goede internet. Omdat het er naar uit ziet dat Bart nog wel enkele dagen in het ziekenhuis zal blijven, boekt Els voor ons een hotel in de buurt van het ziekenhuis. Celine heeft ook vannacht in het ziekenhuis geslapen. Ik moet nu kijken hoe ik met 3 fietsen naar dat hotel 8882kom. Ik pak eerst mijn eigen spullen in en daarna prop ik alle spullen van Bart en Celine in hun fietstassen. Als ik bijna klaar ben wandelt er een Nederlands stel langs. Ze zien onze fietsen staan en we maken een praatje. Ze wonen hier vlakbij en wonen sinds 8 maanden in de USA. Ze bieden mij aan om 2 fietsen naar het hotel te brengen. Ze hebben een fietsrekje achter op de auto en moeten ook in die richting terug naar huis. Super aardig. Terwijl het stel nog even de hond uit laat op het strand, wandel ik naar de "host" om ze te vertellen dat we vertrekken en ik bedank ze voor hun hulp met het regelen van een langer verblijf op de camping en het bellen van de taxi's.

Zonder bagage fiets ik achter de auto aan naar het hotel. Daar halen we alle spullen uit de auto en pakken we de fietsen van Bart en Celine van het fietsrekje. Ik bedankt ze voor het vervoer van alles naar het hotel. Ik ben te vroeg om in te checken, maar de manager laat snel onze kamer schoon maken. Ik hoef niet lang te wachten en kan al snel alles in de kamer zetten. Daarna fiets ik naar het ziekenhuis dat nog geen 10 minuten verderop ligt. Bart is helemaal opgezwollen door vocht, maar lijkt al een heel klein beetje te herstellen. Waarschijnlijk heeft hij een streptokokkeninfectie. Het blijkt dat hij deze al enkele weken heeft, want 2 weken geleden had hij een paar dagen wat keelpijn. We moeten de komende dagen de onderzoeksresultaten afwachten om te kijken hoe lang Bart in het ziekenhuis moet blijven.

Halverwege de middag fiets ik met Celine terug naar ons hotel. We eten all you can eat shusi bij een Japans restaurant dat tegenover ons hotel ligt. Na het eten gaat Celine meteen terug naar Bart.

Maandag 21 mei 2018 Big Sur en 17Mile Drive 144 km 1417 hm  
   
Vandaag is een rare dag. Bart en Celine zijn gisteren met het vliegtuig naar huis gegaan. Bart begint zich langzaam weer iets beter te voelen. Bij onderzoek leek het erop dat zijn streptokokkeninfectie niet op zijn hartklep zat. Men was daar voor 99% zeker van, maar om geen risico te nemen moet hij waarschijnlijk nog een maand aan het infuus om zijj antibioticakuur af te maken. Gelukkig mocht hij wel 24 uur van het infuus af zodat hij terug naar Nederland kon vliegen.

8885In plaats van met zijn drieën fiets ik dus alleen verder. De eerste 10 kilometer door Santa Cruz fiets ik langs plaatsen waar ik de afgelopen 10 dagen vaker geweest ben. Daarna brengt de Pacific Coast Bicycle Route me door enkele fraaie woonwijken, gevolgd door landbouwgebied. Ik fiets door de grootste aardbeienvelden die ik ooit gezien heb. Hele ploegen mensen zijn aardbeien aan het plukken. Als de plukkers een doos vol hebben rennen ze naar de vrachtwagen en daarna weer terug om zo snel mogelijk weer aan het plukken te zijn. Op grote groentevelden zie ik dat ze met een soort lopende bandmachine over het veld rijden. Achter de machine loopt een groep mensen de groente te snijden en op de lopende band te leggen. Boven op de machine worden de dozen gestapeld.

Voor Moss Landing komt de fietsroute op Highway 1. Net voor de haven van Moss Landingfiets ik een brug over. Vanaf de brug zie ik 4 otters. Eén otter is dichtbij. Het dier duikt steeds een halve minuut onder water. Als het boven komt drijft het even op zijn rug. Ik kan het niet goed zien maar het lijkt erop dat het dan rustig een visje eet. Net na de brug zie ik in de haven zeeleeuwen op de aanlegsteigers en op enkele boten liggen. Bij het restaurant ter plaatse eet in een hamburger.
8912

Na Moss Landing verlaat de route weer Highway 1 en fiets ik weer even door landbouwgebied. Links zie ik een veld met artichoke en rechts zie ik een machine met 2 lopende banden rijden. Achter elke lopende band zit een ploeg met Spaans sprekende mannen op de knieën de groente af te snijden. Ik hoor de mannen -in het Spaans- zeggen dat er een foto gemaakt gaat worden terwijl ik mijn camera nog niet eens uit mijn stuurtas gehaald heb.

Het laatste stuk naar Monterey fiets ik door en langs zandduinen. In Monterey verlaat ik de fietsroute om de kustweg rondom de stad te volgen. Al snel kom ik langs een pier met leuke houten gebouwen er op. Het is een soort straatje vol met winkels voor toeristen. Ik fiets rustig naar het einde van de pier en daarna weer terug naar het fietspad langs de kust. Overal op het fietspad lopen toeristen met een fotocamera in de hand.

Monterey ligt op een kleine landtong die naar het westen toe in de Stille Oceaan uit steekt. Vanaf de noordkust kijk ik uit over de 50 kilometer lange Monterey Bay. In het uiterste noordwesten schijnt de zon 5 minuten lang om vervolgens voor de rest van de dag te verdwijnen. Ik fiets de hele dag met de jas aan. Even later zie ik zeehinden op een strand liggen. Er staat een bordje bij waarop staat dat het Harbor Seals zijn en dat er in deze tijd van het jaar jonge zeehonden zijn.

Voor ik de 17 Mile Drive op fiets kijk ik op mijn kaart. Ik ben vlak bij een camping, maar het is pas halverwege de middag. Ik besluit door te fietsen naar de volgende camping. Voor de 17 Mile Drive moeten auto's toegangsgeld betalen. Met de fiets mag ik er gratis op. Bij Bird Rock zie ik een eiland met een aalsgolverkolonie en een deel dat helemaal vol ligt met zeeleeuwen. Ik vraag me af hoeveel moeite zo'n zeeleeuw moet doen om hoog op de rots te komen. Voor het eiland zie ik een aantal zeeleeuwen spelen in het water. Op het laatste deel -de zuidzijde van de landtong- van de 17 Mile Drive fiets ik door bosgebied langs de kust. Hier begint het even heel licht te regenen.

8980In Carmel fiets ik door een chique winkelstraat. De architectuur hier doet me denken aan Normandië. Voor ik terug kom op Highway 1 fiets ik langs een oude missiepost. Highway 1 is hier een spectaculaire kustroute met schitterende vergezichten over zee en langs de kust.

Bij de Bigby Creek Bridge -uit 1932- doe ik mijn windstopper uit en mijn regenjas aan. Het is koud hier. Ik heb me vergist in de afstand en het is al laat als ik bij Andrew Molera State Park kom. De camping is helaas gesloten. Ik fiets terug naar Highway 1 en vraag bij een volgende camping naar een kampeerplek. Dit is echter een commerciele camping en bij de receptie wijst men me meteen door naar Pfeiffer Big Sur State Park. Bij die laatste kan ik namelijk -zo vertelt men me- voor $5 kamperen terwijl een kampeerplaats hier $65 is.

Ik heb een foutje in mijn track gemaakt, waardoor ik de ingang van het State Park voorbij fiets. Bij een rangerstation is volgens mijn kaart ook een weg naar het State Park maar die is afgesloten. Terwijl ik aan het zoeken ben naar de camping komt er een auto met 2 Duitse meiden erin aangereden. Het begint al donker te worden en zij zijn ook op zoek naar de camping want ze hebben een plek gereserveerd. Ik kan bij hun op de plek kamperen want zij slapen zelf in de auto. Op mijn GPS zoek ik naar de ingang. Ik ben iets te ver door gereden en moet weer terug. Ik leg aan het Duitse stel uit waar het is. Na een kleine afdaling moeten we rechtsaf. Ik zie dat de meiden de afslag voorbij rijden en ik begin te zwaaien. Ze zien het gelukkig en draaien weer om. In het bos op de mega grote camping is het donker.

Er is geen douche in het toiletgebouw vlak achter onze kampeerplaats. Ik ga ook in het donker niet op zoek naar het toiletgebouw waar de douches zouden moeten zijn. Ik was me snel bij het toilet en daarna kook ik water voor thee. Eén van de Duitse meiden is verkouden en lust ook thee. Verder eet ik brood met een salade.

Dinsdag  29 mei 2018  Death Valley  90 km  599 hm   

Om 5.30 uur hoor ik mijn buurman -een Canadese motorrijder- al bezig met het afbreken van zijn tent. Ik vind het nog te vroeg om op te staan. Maar ik begrijp waarom hij vroeg op wil staan. Het is plotseling heel erg heet geworden. Onze kampeerplek is nog niet zo heel erg warm want die ligt op een hoogte van 1200 meter. Deze Wildrose Campground ligt als een soort kleine oase in een kloof op twee derde van de beklimming van de Emigrantpas. Achter die pas daalt de weg tot onder zeeniveau in Death Valley. We zijn wel in het Death Valley Nationaal Park.

Als ik een uur later op sta vraagt mijn buurman of ik nog veel last gehad heb vannacht van de wilde ezels. Hij heeft blijkbaar gehoord dat ik één keer -toen ze te dichtbij kwamen- de ezels heb weg gejaagd door geluid te maken. Daarna heb ik er geen last meer van gehad, hoewel ik ze nog wel een tijdje rond de camping heb horen lopen en af en toe waren ze aan het balken.  
9130
Aan de kust stond er steeds een koude wind. Ook toen ik de kust verliet bleef het steeds fris. Op een enkele bewolkte dag fietste ik de hele dag met de jas aan. Een paar dagen geleden fietste ik de Greenhorn Summit over. Op de 1900 meter hoge berg was het koud. Toen ik daarna afdaalde naar Lake Isabella begon de zon te schijnen, maar ook toen ik later op de camping -in de zon- stond heb ik de hele dag mijn jas aangehouden. Lake Isabella waar ik ongeveer 4 weken geleden op dezelfde camping stond ligt aan een wandelroute. Ik hoorde dat de wandelaars daar niet verder konden in verband met sneeuwval in de bergen.

Een dag later fietste ik de Walkerpas over met fraai weer. In Ridgecrest had ik voor het eerst sinds maanden ook in de avond nog lekker zomerweer. Gisteren fietste ik de hitte in. Het was heel erg warm en in de woestijn van Death Valley Nationaal Park was er ook geen schaduw meer. Op de beklimming naar deze kampeerplek kwam ik de man met de hamer tegen. Door de combinatie van klimwerk, tegenwind, hitte en een slechte weg zat ik er even helemaal door heen. Twee keer heb ik 50 meter gelopen met de fiets. Het was helemaal niet steil maar het leek wel of er geen zuurstof in de lucht zat. Ik was bekaf.

Rond 7.30 uur verlaat ik de camping. Het eerste stukje van de beklimming van de 1600 meter hoge Emigrantpas heeft een paar steile stukjes. Heel even fiets ik door een kloof in de schaduw, maar daarna is het een geheel open woestijnlandschap met prachtige bergen om me heen. Door de nog laag staande zon is de schaduwwerking in de bergen fraai. Het land staat vol met kleine lage dorre stukjes.

Op de beklimming van de pas komen er slechts 2 auto's voorbij in ruim een uur tijd. Het wegdek op dit deel van de bergpas is een stuk beter dan gisteren. Gisteren was het wegdek geheel versleten en op sommige delen was het asfalt geheel verdwenen. Over de top geniet ik van de afdaling. De woestijnlucht is droog en warm. Op de aansluiting met wegnummer 190 staat een boom met toiletgebouwen. Hier is een kleine parkeerplaats en een camping waar niemand staat. Bij de ingang van het damestoilet kan ik even heerlijk in de schaduw een kopje thee drinken uit mijn thermosfles.

Richting Stovepipe Wells daal ik af naar zeeniveau. De warme lucht maakt plaats voor hete lucht. Beneden is het al boven de 40 graden. De kampeerplaats hier is gesloten. Het kampeerseizoen is voorbij. Ook het restaurant is gesloten. In de General Store koop ik een broodje en een cola. Buiten eet ik het broodje op een bankje in de schaduw. In de zon is het inmiddels niet meer om uit te houden. Het ijs dat ik over heb van mijn cola stop ik in mijn thermosfles.9216

Vlak na Stovepipe Well zijn er zandduinen. Ik parkeer mijn fiets in de schaduw van een toiletgebouw en wandel een stukje de duinen in. Ik neem me voor om verderop nog ergens een pauze te houden. Maar eenmaal weer op weg is er nergens meer schaduw. Ook de verkeersborden staan helaas niet dwars op de zon, waardoor er ook daar geen kleine schaduwplek ontstaat om even te schuilen tegen de zon. Een paar uur lang zoek ik naar schaduw. Ik durf niet te stoppen in de zon. Ik vind het daarvoor veel te heet. Ik begin vermoeid te raken. Vier kilometer voor Furnace Creek stop ik langs de weg en ga naast mijn fiets in de zon zitten. Ik was mijn gezicht met water en maak mijn petje nat. Ik doe wat water bij het ijs in mijn thermosfles en drink het koude water. Een ranger ziet me zitten langs de weg en vraagt of alles ok is. Ze biedt aan om me naar het dorp te brengen met de auto. Ik vertel haar dat ik geen boom heb kunnen vinden om onder in de schaduw te zitten en dat ik het laatste stukje nog wel naar het dorp kan fietsen.

Halverwege de middag kom ik in Furnace Creek aan. Ik koop eerst een ijsje bij de General Store en eet die op met het uitzicht over de groene golfbaan en de palmbomen. Op de achtergrond zijn de prachtige bergen van de woestijn. Voor ik daarna mijn tent op zet probeer ik eerst nog wat te slapen op de heerlijke schaduwplek van de camping.

Om me te douchen moet ik naar het zwembad lopen. Dat is 5 minuten lopen. Dat is niet erg Amerikaans. Normaal gaan Amerikanen namelijk met de auto naar het toilet op de camping, maar hier is dat niet mogelijk. Het is een mooie wandeling langs de golfbaan, maar in de hitte van de zon ben ik weer helemaal bezweet als ik terug wandel. In het restaurant koel ik daarna weer helemaal af. Het eten is er niet duur, maar de kwalitiet van mijn veel te droge kip, slappe bonen en aardappelen is droevig.

9229In het begin van de avond wandel ik nog naar het Borax Museum. In verband met bouwerkzaamheden is een deel van het museum gesloten. Wel kan ik het outdoor gedeelte bekijken. Hier staan oude wagens die door paarden en ezels werden getrokken. Ook staat er een schitterende oude stoomtraktor en een oude locomotief. Ik krijg ook een papier mee met informatie over Borax. Hierop staat de geschiedenis en waarvoor Borax allemaal gebruikt wordt. En dat laatste is verrassend veel.

Terug op de camping begint deze vol te lopen met campers. Tegen de avond ben ik ingebouwd door generatoren. Een Engelsman waar ik mee sta te praten vraagt aan mij of ik in die herrie moet slapen. Al snel staat me de herrie tegen, mede omdat er ook al een klein gebouw staat achter de bomen naast mijn kampeerplek waar ook een hoop herrie uit komt. Ik wandel naar de receptie en vraag hoe dat hier gaat op de kampeerplaats. Ze vertellen me dat het vandaag heel heet is en dat die mensen airconditioning nodig hebben. Er loopt iemand met me mee om een betere plek uit te zoeken. Ik verhuis naar de voorste kampeerplaats. Helaas zetten de drie campers -op het moment dat ze naar bed gaan- die in de rij achter me staan allemaal hun airconditioner aan. Ze hebben alle drie een krachtig apparaat met bijbehorende herrie. Ik loop nog een keer naar de receptie, hoewel ik begrijp dat ze er ook niets aan kunnen doen. Tenten en campers kunnen gewoon niet op dezelfde kampeerplaats.

Zondag  3 juni 2018  Las Vegas  98 km  840 hm   
9260
Na eerst twee dagen een zuiderstorm afwachten op de camping in Furnace Creek, is het me eergisteren gelukt om via het zoutmeer van Badwater toch nog Death Valley uit te fietsen. Gisteren ben ik door gefietst naar Nevada. Net over de grens ben ik nu in Pahrump. Ik kon hier in het centrum van het dorp alleen een heel slechte kampeerplaats vinden en heb daarom maar een hotel geboekt. En dat hotel zit natuurlijk -ik ben de gokstaat van de USA- achter een casino.

Om in de eetzaal te komen moet ik de rokerige speelzaal van het casino in. Het mooie van het casino hier is dat ze een buffet-restaurant hebben. En deze hongerige fietser is dol op buffetten. Het ontbijtbuffet kost slechts $9,95. Daar komt achteraf nog wel wat tax bij en het is hier in de USA ook de bedoeling dat je nog 15 tot 20% fooi geeft voor de bediening. Ik eet flink wat aardappelen, spek en meloen. Ik probeer ook een broodje, maar het brood hier in de USA is niet erg goed. Ik denk dat men hier ook niet veel brood eet.

Voor ik de stad uit fiets koop ik bij het laatste tankstation nog een fles met koude cola. In de rij bij de kassa vertelt een man me dat het heet wordt vandaag. Als ik een beetje op tijd op de Mountain Springs Summit ben dan is het daar misschien nog maar 90 graden, maar daarna zal het richting Las Vegas snel ver boven de 100 graden zijn. Zo vertrelt de man. De temperatuur geven ze hier aan in Fahrenheit. Die 100 graden Fahrenheit is gelijk aan 38 graden Celcius. De voorspelling is dat het vandaag ruim 40 graden Celcius gaat worden.

Buiten de stad is de woestijn. Een soort brede vlakte met links en rechts woeste bergen op de achtergrond. De eerste 34 kilometer is er een rechte streep door de woestijn getrokken zie ik op mijn gps. Daarna zijn er iets meer bochten in de weg. Ik neem aan dat dat de beklimming van de bergpas is. Het is lekker warm en de weg loopt een heel klein beetje omhoog. Na 25 kilometer ben ik van 800 naar 1000 meter hoogte gestegen. Bij een afslag is een klein parkeerterrein met een afdakje. Misschien is dit wel de enige schaduwplek die ik vandaag tegen kom. Dus een prima rede om even te stoppen en in de schaduw te zitten. Onder het afdak staat een omschrijving van de oude routes die de Spanjaarden en Indianen hier vroeger gebruikten.
9315
Vijftien kilometer verder staan er een paar struikjes langs de weg die iets hoger zijn. Daar ga ik ook weer even in de schaduw zitten. De afgelopen dagen heb ik geleerd dat je hier beter geen enkele schaduwplek kunt over slaan, want er is altijd de kans dat er nergens  meer schaduw is. Ik kan prima tegen fietsen in de hitte, maar het is wel heel erg fijn als je af en toe even uit het brandende zonlicht kunt pauzeren. Het lange vals plat van de 34 kilometer lange rechte weg heb ik verlaten en ik ben aan de beklimming van de 1680 meter hoge bergpas van de Mountain Springs Summit begonnen.

Ik heb geluk vandaag. Op een hoogte van 1370 meter hoogte is er weer een afdakje met schaduw en rond de top van de bergpas staan er zelfs echte bomen met echte schaduw. Dit maakt -samen met een klein beetje rugwind en een beklimming zonder steile hellingen- dat het een makkelijke fietsdag is vandaag. Na de top komt een hele snelle afdaling door schitterende bergen en Las Vegas in de verte al in het zicht. Net voor ik de stad in fiets is er een tankstation. Ik ben weer in de bewoonde wereld en koop een ijsje.

De laatste 25 kilometer fiets ik door het stadsverkeer van de grote stad. Ik fiets van het ene stoplicht naar het andere. Als ik sta te wachten voor het rode licht van één van de stoplichten voel ik de zon branden op mijn kuiten. Het is heet op al die brede zwarte asfaltstroken. Het fietsen gaat makkelijk omdat ik nog altijd een beetje af daal en de wind in de rug heb.

Aan het begin van de strip staat een bord met de tekst ""Welcome to the Faboulus Las Vegas Nevada". Vanaf dit punt is het druk op de weg en op de stoep met toeristen. Even verderop staat er de "Wedding Chapel". Bij het grote Mandalay Bay Resort staat de Las Vegas Blvd vol met prachtige palmen. Vlak daarna staat Luxor. Voor een sportpaleis in de vorm van een grote zwarte piramide staat een grote sfinx en een obelisk alsof ik in Egypte ben.

9356Niet veel verder fiets ik langs New York New York met het vrijheidsbeeld en de skyline van Manhattan er achter. En even later sta ik aan de voet van de Eiffeltoren. Hier steek ik de straat over om Paris Las Vegas beter te kunnen zien. Hier ben ik meteen ook bij de Fountains of Bellagio, waar net een show wordt weggegeven van dansende fonteinen op muziek. Het mooiste stukje van de Strip vind ik iets verder naar het noorden bij Palazzo Venetian.

De laatste 2 kilometer naar het hotel dat ik geboekt heb is niet meer zo fraai. Hier wordt ook nog flink gebouwd, dus wie weet staan hier over een paar jaar nog een paar heel mooie bouwwerken. Ik heb voor 2 nachten een hotelkamer geboekt in het Circus Circus hotel. Normaal boek ik geen hotel van te voren, maar het leek met $20,-- per nacht een mooie aanbieding. Dit was echter een soort Las Vegas oplichterstrucje. Bij de afrekening bleek namelijk dat er ook nog $35 resorttoeslag betaald moest worden. En daar komt ook nog wat tax bij. Uiteidelijk heb ik $ 58,-- per nacht betaald. Nog steeds niet duur.
9358
Het hotel met casino is een groot complex. Bij de receptie ben ik snel door de rij heen, want er zitten misschien wel 50 receptionisten. Ik vraag hoeveel hotelskamers ze hebben. Ze hebben er hier nog niet eens 4000 is het antwoord. Er is zelfs een hotel met 8000 kamers. Ik krijg een hotelkamer in één van de bijgebouwen. Ik kan ook een kamer in een toren boven op het casino krijgen, maar daarvoor moet ik bij betalen. In het eerste bijgebouw heb ik nu een kamer op de begane grond. Dat is heel handig, want zo hoef ik niet met de fiets in de lift. En ik ben ook blij dat ik mijn fiets mee mag nemen naar de kamer. De kamer is een klein beetje gedateerd, maar met 40 vierkante meter wel lekker ruim.

Aan het begin van de avond loop ik het casino in. Bij een paar tafels blijf ik even staan kijken. Ik heb het echter al snel gezien op de gokafdeling en loop het restaurant in met de naam "Circus buffet". Ik heb nooit geweten dat ik zo veel van het casino hield. De liefde van deze hongerige fietser gaat dan ook door de maag. Voor de prijs van 2 broodjes en een drankje bij de Westside Deli aan de overzijde krijg ik hier een uitgebreid buffet. Het is maar $20 en dan nog een beetje tax en nog een fooi voor de bediening. Heerlijk
.
Op het einde van ieder reisdeel geef ik steeds een overzicht van de kosten die ik gemaakt hebt. Voor dit reisdeel tel ik de eerste 14 dagen samen met Celine en Bart niet mee. Dit is door de ziekte van Bart een apart deel geworden en daarvan is het ook nog niet duidelijk wat we allemaal wel en niet vergoed krijgen van de verzekering.

In de 16 dagen die ik daarna alleen onderweg geweest ben heb ik € 75,11 per dag uitgegeven. Dat is $ 87,13 per dag. Voor de 7 hotelovernachtingen heb ik gemiddeld € 63,79 betaald en de 9 camping waren gemiddeld € 12,36 per nacht.