Vancouver naar Calgary
Donderdag 13 juni 2024 Nieuwe reisplannen 84 km 637 hm
Gisteren ben ik naar Vancouver gevlogen. Het plan is om van hieruit naar New York te fietsen. Ik wil niet rechtstreeks naar New York fietsen, maar met een paar omwegen. Zo wil ik eerst via Seattle fietsen en later nog een extra lus van 3 weken door Canada (Calgary, Jasper en Banff) fietsen. Daarna wil ik terug naar de USA en via Yellow Stone en Chicago fietsen.
Vancouver is een prachtige stad. Vanaf het vliegveld ben ik gisteren door de stad gefietst naar een camping bij de Lions Gate Bridge. Ik ben al heel vroeg wakker. Ik moet nog wennen aan het tijdverschil en de herrie van de weg net naast de camping helpt daar niet bij. Ik blijf toch nog een paar uur langer op bed liggen, maar om 7 uur heb ik toch een heel vroege start.
Eerst fiets ik over de prachtige oude hangbrug naar het zuiden. Daarna door de bossen en langs de kust van het Stainley park. In de bossen staan een paar indrukwekkend grote boomstammen. Langs de kust is er een soort van badplaats met een strand en palmbomen. Even lijkt het alsof ik op de Canarische eilanden ben. Verder naar het zuiden ga ik eerst een brug over en dan fiets ik lange tijd door prachtige villa wijken.
Richting Richmond kom ik weer -ik fietste hier gisteren ook toen ik vanaf het vliegveld kwam- over de fietsbrug die aan de spoorbrug is gehangen. Vanaf hier verlaat ik mijn route om naar de Walmarkt te fietsen. Bij de Walmarkt blijkt helaas dat de Coleman Fuel in de winkel is uitverkocht en op dit moment alleen nog maar online besteld kan worden. Voorlopig ben ik zonder vaste woonplaats, dus online iets bestellen is geen optie.
Terug op mijn fietsroute fiets ik langs een rivier naar het oosten. Even is het druk met zwaar vrachtverkeer. Op de rivier liggen veel boomstammen. Het vervoer van hout gaat hier dus niet per schip, maar men gooit de boomstammen in het rivierwater. De aan elkaar gebonden boomstammen drijven dan stroomafwaarts naar de plaats waar ze verwerkt kunnen worden.
Zodra ik de rivier verlaat moet ik weer over een indrukwekkend grote hangbrug. Het is een beetje alsof ik de Van Brienenoord brug over fiets. Maar dan wel op een smalle vluchtstrook met alleen een betonnen afscherming tussen mij en het tegemoet komende verkeer. Alleen de herrie van het verkeer is al indrukwekkend. Het uitzicht is weer super gaaf op de bergen en hoogbouw in de verte.
Voor, in en na Surrey volgen er een paar stukken met lange rechte wegen. Soms zijn het iets drukkere wegen. Opvallend is het grote aantal mannen met tulbanden om. Alsof ik in Sikh gebied in India terecht gekomen ben. Het is inmiddels ook etenstijd. Ik heb honger en ga op zoek naar een Indias restaurant. De echte Amerikaanse hamburgers krijg ik vast nog veel vaker te eten, maar hier in “Klein India” moet ik de kans om wat anders te eten als een hamburger niet aan me voorbij laten gaan.
Na het eten heb ik nog een paar lange rechte wegen en dan ben ik bij de grens. Bij de douane blijkt dat mijn ESTA is ingetrokken. Ik moet me melden bij een kantoor. Daar krijg ik de vraag of ik een nieuwe aanvraag heb gedaan waardoor de oude is vervallen. Dat heb ik zeker niet gedaan. Wel heb ik geprobeerd om te checken of de ESTA nog goed was. Op een of andere manier kon ik niet in het systeem. Of het systeem is niet juist of mijn ESTA was al terug getrokken zonder dat de Amerikaanse overheid me dit heeft laten weten.
Het maakt allemaal niet uit. Ik kom USA niet binnen. Ik moet een nieuwe ESTA aanvragen en dan 3 tot 72 uur wachten op een reactie. Met een brief moet ik me nu eerst gaan melden bij de Canadese douane. De douanier vertelt me dat er heel vaak mensen -die de USA binnen willen gaan- terug gestuurd worden. Ik fiets terug Canada in. Ik heb gezien dat er campings in de buurt zijn.
Bij een fraaie camping krijg ik een dure kampeerplek. De beste wifi is in de ruimte achter de receptie. Daar ga ik zitten om een nieuwe ESTA aan te vragen. Dat is weer een flinke klus. Zo wordt me gevraagd de gegevens van het eerste overnachtingsadres in te vullen. Op internet zoek ik het adres van het State Park waar ik de eerste nacht in de USA wil overnachten. Helaas accepteert het systeem dit adres niet. Daarna pak ik maar het adres van mijn eerste hotelboeking die ik al gedaan heb in Chicago.
Dan komt het echte probleem. Tot nu toe werd nooit gevraagd of je ook in Cuba of Noord Korea bent geweest na 2011. Nu komt die vraag wel en ik verwacht dat ik dan eerst een visum moet gaan aanvragen. Ik maak toch de aanvraag af en begin ondertussen al na te denken wat ik moet gaan doen.
Ik sta op een mooie kampeerplaats maar er zijn op loopafstand geen winkels of restaurants in de buurt. Ik heb ook geen brandstof voor mijn brander. Ik wil dus niet een paar dagen gaan wachten om te kijken of ik alsnog de USA in kan. Ik zie ook dat het praktisch onmogelijk is om nu nog een visumaanvraag te doen. Daarvoor moet je een uitnodiging krijgen om bij de ambassade langs te gaan. Bovendien loopt de aanvraag waarschijnlijk langer dan de 3 weken die ik door Canada kan fietsen om vervolgens na Calgary de USA in te fietsen.
Ik besluit morgen mijn mail af te wachten en dan verder dwars door Canada te gaan fietsen. Ook een indrukwekkend gave route maar iets minder hoogtepunten dan de geplande route door de USA. Ik ben dan misschien ook wel iets te vroeg voor mijn afspraak met Bart in Calgary. Ook heb ik de alternatieve route niet zo ver uitgewerkt. Ik heb wel al veel tracks gemaakt, maar er zitten ook een paar vraagtekens in die route of ik op bepaalde wegen wel mag fietsen.
Al met al begint deze reis al met een grote verrassing. Dat hoort nu eenmaal bij het reisavontuur. Het wordt waarschijnlijk ook wel een duur avontuur. Ik heb al wat hotelboekingen gemaakt, een aantal heb ik ook al betaald. Ik heb voor € 500 aan fietskaarten en reisgidsen voor de USA gekocht. Die kunnen nu waarschijnlijk de prullenbak in. Voorlopig voel ik me niet meer welkom in de USA.
Zaterdag 15 juni 2024 Manning Park 705 km 1694 hm
Ik had gisteren nog geen reactie ontvangen voor mijn ESTA-aanvraag. In de regen ben ik begonnen met fietsen richting Calgary. Daar heb ik met Bart afgesproken. Na het rondje met Bart kan ik altijd nog kiezen om door de USA of Canada naar het oosten te fietsen.
Op het einde van de middag wilde ik gisteren gaan kamperen bij een camping dicht bij de Trans Canada Highway. De camping zag er vervallen uit en was gesloten. Op mijn gps zag ik iets verderop de route de Chiem Fisherman Campground. Op een prachtige plaats langs een rivier met hoge bergen op de achtergrond is het een eenvoudige camping zonder douche.
Na de regen van afgelopen nacht zie ik dat het hoog in de bergen heeft gesneeuwd. Het is even droog als ik mijn tent in pak, maar even later vertrek ik met mijn regenpak aan. Richting Hope is het heerlijk rustig op de weg. Overal zijn al bergen om me heen. Bij een oude houten kerk stop ik even. En een half uurtje verderop zie ik op het einde van een bosweg een totempaal staan. Ik fiets er naar toe. Het is een begraafplaats met houten kruizen en achter aan staat een fraaie totempaal.
Al ruim voor de middag ben ik in Hope. Het is een nogal druk en triest oud dorp. Bij een bekende broodjeszaak bestel ik een broodje. Onderweg heb ik mijn regenbroek uitgedaan. Binnen merk ik het enorme verschil tussen de koude buitenlucht en de warme binnenlucht aan mijn blote benen.
Na Hope wil ik wegnummer 3 op fietsen. Daarvoor moet ik eerst even een stukje over de vluchtstrook van de drukke highway 5. Het is een beetje om gek van te worden om in de herrie van deze snelweg te fietsen. Gelukkig ben ik al snel op highway 4. Deze weg is redelijk rustig. Door de regen is het wegdek wel heel erg nat. Bij elke vrachtwagen of caravan die langs komt, krijg ik een flinke regendouche van achteren.
Langs de weg staat aangegeven dat deze weg in de tweede wereldoorlog is aangelegd door Japanners die allemaal in werkkampen waren opgesloten. Door prachtige groene bergen fiets ik steeds verder omhoog de bergen in. Iemand vertelde me gisteren dat deze weg door de Manning Canyon loopt. Canyon of niet ik blijf alsmaar omhoog fietsen.
Rond 15 uur schijnt even de zon. Ik begin honger te krijgen. Op een zonnig plekje langs de weg leg ik mijn tent te drogen terwijl ik een kopje thee neem en een paar repen met chocolade. Eenmaal weer op weg merk ik al snel dat ik weer honger en ook zware benen krijg. Vlak voor een hoog punt in de route neem ik nog even pauze.
Na een korte afdaling zie ik iets hoger in de bergen verse sneeuw liggen. Ik fiets weer door ijskoude regen. Op de beklimming van de 1342 meter hoge Alison Pass is het even droog. Voor de top begint het te regenen. In de afdaling is het ijskoud. Bij de camping van Manning Park zie ik geen douches. Ik heb het ijskoud en zie dat er 2 kilometer verder een hotel is. Als er geen hotel is ga ik er eerst uit eten en fiets daarna terug naar de camping.
Ze hebben gelukkig nog 1 kamer in het hotel. Daar ga ik eerst heerlijk douchen en daarna snel eten want ik heb enorme honger. Ik heb op mijn eerste dag met flink wat klimwerk lekker zware benen.
Dinsdag 18 juni 2024 Lake Okanagan 110 km 1353 hm
Vanuit de bergen van Manning Park ben ik zondag eerst over highway 3 naar Princeton gefietst. In de middag ben ik weer de bergen in gefietst naar Chain Lake. Daar was het ijskoud op de camping op ruim 1000 meter hoogte.
Via een heerlijk rustige zandweg ben ik gisteren door de bossen afgedaald naar Lake Okanagan. Voor Canadese begrippen misschien een klein meer, maar mijn route loopt toch voor ruim 100 kilometer over de westoever van dit meer.
Ik sta op de camping Bear Creek, ongeveer halverwege het meer. Voor ik vertrek haal ik de batterijen op die bij de receptie liggen om op te laden. Ik zeg ook mijn buren gedag. Mijn buren zijn 3 fietsers die op weg zijn naar Quebec. Quebec zou ook wel eens mijn eindbestemming kunnen worden.
Vanaf de camping gaat de weg met 10 procent omhoog. De weg ligt prachtig langs het meer en gaat steeds op en af. De bergen aan de overkant zijn prima zichtbaar. Af en toe zie ik er wijnvelden. Op de westoever waar ik fiets is bosbrand geweest. Een stuk van de route gaat door zwart geblakerde bomen en soms staat er ook een verbrand huis.
Na zo’n 15 kilometer komt de weg op een hoog punt. Er is een prachtig nieuw dorp gebouwd op een slingerweg die naar beneden naar het meer loopt. Iedereen in het dorp heeft waarschijnlijk prachtig uitzicht op het meer. Op de afslag naar het dorp staat een kleine supermarkt met restaurant.
Voor de supermarkt zijn niet alleen parkeerplaatsen voor auto’s, maar ook voor golfkarretjes. Ik neem aan dat dat voor de bewoners is die op de steile berghelling -verder naar beneden- wonen. Nu hoeven ze niet met hun auto naar de supermarkt te rijden, maar ze hoeven ook niet met de boodschappen te lopen.
Ik doe wat boodschappen en bestel ook een all day breakfast broodje die ik buiten op een bankje op eet. Er is een waterig zonnetje en het weer is een stuk warmer dan de afgelopen dagen. Ook na de pauze blijft de weg behoorlijk steil omhoog en naar beneden gaan. Het uitzicht over het meer is echt geweldig, maar met al dat klimmen schiet het niet echt op.
In de middag wordt de weg naar het einde van het meer een stuk vlakker. Even heb ik iets meer verkeer, maar dan volgt er een lang groen dal met grasland en links en rechts van het dal heuvels met bos. Het is een droomweggetje. Wel jammer dat er weer een paar regenbuien zijn. Bij een zware bui heb ik geluk dat er een goede boom langs de weg staat waar ik even kan schuilen.
Op het eind van de middag kom ik bij de camping vlak bij Salmon Arm. Voor 35 dollar krijg ik met korting -zoals gebruikelijk- een in vergelijking met Europa veel te dure kampeerplek. De receptioniste vraagt of ik de helling op gefietst ben. Ja, uiteraard. Fietsers vallen niet uit de lucht om op een camping op een kleine heuvel te komen, denk ik. Volgens de receptioniste moet ik heel erg fit zijn, want de meeste fietsers lopen te hijgen nadat ze hier naar boven zijn gefietst.
Mijn kampeerplek lijkt niet erg fraai, ik zie geen bordje staan. Ik vraag een jonge man die er aan het werk is of dit plaats 6d is. Ja, is het antwoord. Een buurvrouw komt vragen of ik wel de goede plek heb. Ik denk van wel. Even later vraagt ze of ik soms bij 6d moet zijn. Heel aardig van haar want 6d is inderdaad een veel betere plaats. De jonge campingmedewerker zegt waarschijnlijk op elke vraag ja.
Na een douche fiets ik naar het dorp om wat te eten en boodschappen te doen. Het blijft gelukkig droog. Later terug bij de tent kook ik water voor thee. Het begint ook behoorlijk af te koelen. Gelukkig zie ik op de weersverwachting dat het de komende dagen lekker warm weer gaat worden.
Zaterdag 22 juni 2024 Trans Canada Highway 89 km 1250 hm
Woensdag ben ik de Trans Canada Highway op gefietst. Er zijn maar weinig alternatieven om hier naar het oosten te fietsen. Ik kon op de vluchtstrook prima fietsen naar Revelstoke. Donderdag ben ik laat vertrokken omdat ik in het leuke plaatsje Revelstoke eerst berenspray wilde kopen.
De winkel ging pas om 9 uur open. Ik kreeg een korte uitleg en ik moest ook een papier ondertekenen. Er werd me ook verteld dat ik de spray alleen als laatste redmiddel mocht gebruiken en dat 98 procent van de mensen de spray niet goed toepassen. Nu maar hopen dat het niet nodig is.
Eenmaal laat vertrokken heb ik langs de weg voor 75 dollar een jaarpas voor de nationale parken gekocht. Ik heb geen idee of ik die nodig heb, maar het is in ieder geval voor een goed doel. Er werd me ook verteld dat een aantal campings nog gesloten waren. Op het einde van de ochtend ben ik toen maar gestopt bij Canyon Hot Springs, omdat de volgende camping die wel al open was te ver weg was. Zoals de naam al doet vermoeden is er op deze camping een warme bron. Met prachtig zonnig weer en fraaie bergen om me heen heb ik daar in de middag in het warme water gezeten.
Toen ik vertrok gisteren heb ik weer even een praatje gemaakt met de drie Franse fietsers die ook nu weer naast me op de camping stonden. Eén van hen had last van zijn knie en nu een auto gehuurd. Zo kunnen de andere twee makkelijk zonder bagage door de bergen fietsen.
Het was echt schitterend weer gisteren en daar was het een geweldig moment voor. De beklimming over de Rogers Pass door Glacier Nationaal Park was schitterend. Overal prachtige groene bergen en in de hoog gelegen delen sneeuw en gletsjers. Bij wegwerkzaamheden nam men geen enkel risico. Een safety car bleef lange tijd achter me rijden tot na de werkzaamheden waar ik weer op de vluchtstrook kon fietsen.
Er was ook nog een beer die overstak en daarna in de berm ging zitten eten. Dat was even een vervelend moment, maar dat is allemaal prima verlopen omdat er genoeg verkeer was tussen mij en de beer. Toen ik opzij keek had ik wel heel kort even oogcontact met de beer. Die beer keek niet erg vriendelijk.
In de avond stonden de Franse fietsers weer naast me. Daniel heeft me van alles verteld over de route en heeft me diverse handige tips gegeven. Vanochtend heb ik Daniel mijn telefoonnummer gegeven. Daniel verwacht dat veel campings vol zullen zijn rond Lake Louise op zaterdag. Hij gaat straks proberen een camping te reserveren en dan kan ik daar waarschijnlijk ook staan. De kampeerplaatsen zijn hier immers bijna allemaal heel erg groot.
Vanuit Golden gaat de weg meteen flink omhoog. Toch fiets ik daarna urenlang door en stop hooguit om een foto te maken of mijn windstopper aan of weer uit te doen. Het is minder zonnig en warm dan gisteren. Maar het is heerlijk fietsen op deze bergweg. Midden in Joho Nationaal Park is het landschap weer even net zo spectaculair als gisteren.
Bij Field heb ik al ruim 50 kilometer gefietst. Hier zie ik naast de trading post een bankje staan. Daar neem ik met fraai uitzicht mijn eerste pauze. Na Field heb ik de lastigste klim van de dag. Mijn benen voelen wat slap en er staat een bordje dat je de eerste 6 kilometer niet mag stoppen langs de weg. Er staan allemaal hekken langs de weg voor het wild en voor het wild zijn er viaducten en bruggen gebouwd.
Even hebben mijn benen weinig zin om omhoog te fietsen. Ik ben blij dat er halverwege de 6 kilometer waar ik niet mag stoppen langs de weg een parkeerplaats is. Vanaf deze parkeerplaats bij Kicking Horse heb je zicht op de Pacific Rail Road. Hier maakt de spoorlijn in een soort 8-lus twee extra rondjes die door tunnels gaan. In plaats van 4,5 kilometer moet de trein nu 13,1 kilometer afleggen. Daardoor hoeft de trein dus niet zo steil omhoog of omlaag.
Na deze pauze is de weg minder steil en fiets ik makkelijk de bergpas over. Boven neem ik nog een kleine pauze en daarna daal ik af naar Lake Louise. Het is er lekker druk en op de borden staat dat enkele parkeerplaatsen vol zijn en dat je er alleen met de bus naar de parkeerplaats bij de meren kunt gaan. Ik bel Daniel. Zij zijn gestopt in Field, omdat ze alleen daar een camping konden reserveren. Ik fiets niet meer een bergpas terug om samen met hun te kamperen. Ik bedank Daniel en wens hem een goede reis en wie weet zien we elkaar nog een keer.
Ik fiets naar de camping. Op de borden staat dat de camping vol is. Ik negeer de borden en gelukkig blijkt dat ze toch nog een kampeerplekje voor me hebben. Ik kan niet verder van het douchgebouw af staan, maar ik ben blij dat ik een kampeerplaats heb. Ik krijg de tip om met de fiets naar de doucheruimte te gaan. Ik moet daar eerst om lachen maar omdat het toch zeker wel 10 minuten lopen is neem ik later toch de fiets naar de douchruimte.
Ook naar het dorp neem ik later de fiets. Er is weer een plek waar ik lekker ramen en dumplings kan eten. Als ik het eten op heb zie ik nog een fietser uit Estland. Ik vraag of hij nog op zoek naar een camping is. Dat is hij inderdaad, maar hij wil eerst nog 15 kilometer fietsen. Als hij hier blijft kan hij bij mij op de kampeerplaats. Hij maakt zich nog geen zorgen over de drukte vanavond en fietst eerst nog een stuk verder.
Maandag 24 juni 2024 Calgary 132 km 790 hm
Ik sta op de municipal camping van Canmore. Ik heb heerlijk geslapen op mijn slechtste camping tot nu toe. Er was gisteren geen beheerder. Ik kon daardoor geen douche-munten kopen en heb met een fles water moeten douchen. De toiletten zijn niet erg schoon en een wc is verstopt en daardoor over gelopen. In een verscholen stukje bos achter een loods lijkt de kampeerplek nog best aardig, maar er is veel verkeerslawaai. Maar ja, toen ik gisteren in Canmore aan kwam begon het te regenen en dat was een reden om niet verder te fietsen.
Naast de camping is een Mc Donalds restaurant. Ik ga er voor het gebouw met wifi even mijn mail nalopen. Over fietspaden fiets ik het dorp door. Na het dorp fiets ik weg 1a op. Door een lekkere rugwind is het heerlijk fietsen op de vluchtstrook van deze rustige weg. Doordat ik ook net iets meer afdaal dan dat ik klim lijkt het wel of ik een hele lange afdaling aan het fietsen ben.
Bij een kleine supermarkt langs de weg is ook een klein restaurant. Beide zijn in één ruimte. Ik bestel in het restaurant en moet afrekenen in de supermarkt. Het is lekker rustig binnen. Ook op de weg is het daarna nog lang rustig. Ik begrijp niet waarom een wielrenner me gisteren vertelde dat weg 1 net zo een goede keus zou zijn als weg 1a. Ja, misschien is er wel overal een vluchtstrook op weg 1, maar daar fiets je toch echt wel op een soort snelweg. Dat lijkt me echt wel heel veel beroerder dan dat er een enkele auto moet passeren op een stukje waar geen vluchtstrook is. Maar ok, die Canadezen fietsen graag op een vluchtstrook langs een drukke weg.
Ik fiets langzaam de bergen en bossen uit. Als ik achterom kijk zie ik steeds een geweldige skyline met bergtoppen. Hoe minder bos, hoe meer rugwind. Bij een kleine winkel voor een camping eet ik een ijsje. Het is heerlijk zonnig geworden en ik voel dat mijn huid aan het verbranden is. Een man vraagt waar ik naar toe ga. Hij komt uit Nova Scotia en hij vertelt dat het daar erg mooi is. Ik vertel hem dat dat waarschijnlijk iets te ver weg is voor me op deze trip.
Op de kruising met wegnummer 22 is het gedaan met de rust. Over de vluchtstrook van de drukke 22 fiets ik 10 kilometer naar het zuiden. Zodra ik de weg kan verlaten, fiets ik een stuk over alternatieve zandwegen. Even later kan ik weer over kleine asfaltwegen naar het oosten -richting Calgary- fietsen. De camping aan de westkant van de stad is een bouwterrein geworden. Ik moet op zoek naar iets anders voor vannacht.
Op mijn gps zoek ik naar campings. Campings zijn er niet in de buurt. Dan volg ik een route van 2 kilometer naar een hotel in de buurt. Daar aangekomen bevalt me de plek helemaal niet. Het hotel ziet er prima uit maar zit langs de drukke Trans Canada Highway met nog allemaal andere wegen er omheen.
Ik wil verder zoeken naar een betere overnachtingsplaats. Daarvoor heb ik wel internet nodig. Gelukkig is er vlakbij weer een Mc Donalds. Ik zie dat ik ook hier buiten al wifi heb. Als ik ga zoeken naar een hotel komt als eerste het goedkope Star Cozy Home boven aan de lijst te staan. Bart heeft hier een kamer op woensdag geboekt. Ik heb er een extra overnachting voor morgen geboekt. En nu boek ik er voor vanavond ook nog maar een nacht bij.
Via een aardige route fiets ik eerst richting het centrum. Ik fiets het centrum niet in, maar vanaf de fietsroute langs de Bow rivier heb ik een schitterend uitzicht op de hoogbouw van Calgary. In het midden van de stad wil ik naar het noorden fietsen. Daarvoor moet ik eerst het rivierdal uit klimmen. Boven aan de klim heb ik weer een fantastisch uitzicht op de skyline van het centrum.
Via de 1ste, dan de 2de, 3de en 4e straat fiets ik door leuke woonwijken naar het noorden. Het Star Cozy Home is een erg goedkope overnachtingsplaats. Het is een vrij staand huis in een redelijk goede buurt. Het lijkt alsof ze aan het verbouwen zijn. Bij de voordeur en in de voortuin staan oude meubelen, bbq, badkuip en andere rommel. Het maakt geen beste indruk. Als ik aanbel is er geen reactie. Aan een buurman vraag ik het telefoonnummer van de buren. Als ik bel wordt me gezegd dat ik achterom de tuin in kan. Vanaf de achterdeur is er een trap naar de kelder. Met gedeelde badkamer en eenvoudige klungelig aangelegde badkamers lijkt het een beetje op een tweede wereld hotel.
In de avond kan ik eindelijk al mijn baterijen op gaan laden. Ik wandel door de leuke buitenwijk naar een klein winkelcentrum. Tot nu toe heb ik Japans en Indiaas gegeten. Nu is er een Vietnamees en een Chinees restaurant. Ik ga eten bij de Shanghai Classic. Het eten wat ik bestel is voor 1 persoon wel een erg grote maaltijd. Ik doe mijn best en ik krijg alles op.
Na het eten probeer ik geld te pinnen. Bij de bank lukt het niet, ik zie ook niet de bekende tekens van mijn bank. Ik kijk rond of ik nog een bank zie. Het duurt even voordat ik in de gaten heb dat er vlak voor me -midden op een grote parkeerplaats- een drive through pinautomaat is. Natuurlijk Amerikanen willen ook vanuit de auto kunnen pinnen.
Het eerste reisdeel door British Columbia en een klein stukje Alberta zit er al weer op. Overmorgen begint het tweede reisdeel. Dat wordt een rondrit met Bart. Voor dit stuk -Vancouver naar Calgary- kan ik alvast de balans opmaken.
De hoogtepunten waren Vancouver, Lake Okanagan en Glacier NP. Ook fraai waren Manning Park, Joho Nationaal Park, Banff Nationaal Park en Calgary. In 14 dagen heb ik 1223 kilometer gefietst met 11951 hoogtemeters. Ik heb voor €55 een jaarpas voor de nationale parken gekocht, voor € 40 bear spray en ik heb € 12 entree betaald voor het warme bronnen bad.
Hiernaast heb ik € 927 uitgegeven. Dat is € 66,21 per dag. Daarvan is 57% voor de overnachtingen en 43% voor eten en drinken. Van de 14 nachten heb ik 3 nachten in een hotel geslapen. Gemiddelde prijs € 79,67. De gemiddelde prijs van de 9 nachten op een camping was € 26,72.
Als ik deze prijzen vergelijk met fietsen door bijvoorbeeld Frankrijk en Italië van de afgelopen jaren, dan valt me meteen de hoge prijs van de campings op. Dat is geen verrassing voor me. Net als in de USA bepaal je hier altijd voor een grote kampeerplaats en is er niet zoiets als een trekkersveld waar heel veel kleine tenten op kunnen staan. In de USA had je nog wel eens goedkope hiker-biker plaatsen. Die heb ik nu niet gezien.
In Europa gaan mensen vaak ook kamperen omdat dat goedkoop is. Als ik al die grote campers en caravans hier op de campings zie staan, dan lijkt me kamperen meer iets voor de rijken.