1 mei 2007 Fietsen naar Praag (56 km 417 hoogtemeter)
De vijfde dag van mijn wereldreis begint met een heerlijk ontbijt in een hotel. Vier dagen geleden ben ik samen met Marcel, Ine, en hun twee dochters Nicky -14 jaar- en Anne -12 jaar- (mijn zwager, zus en nichtjes) vanuit Nijmegen vertrokken. We volgen de route "Fietsen naar Praag" van de Fietskaart Informatie Stichting. De voorgaande nachten hebben we gekampeerd. Volgens het routeboekje was er gisterenavond geen camping in de buurt van de route. We hebben toen een tweepersoons- en een driepersoonskamer genomen in een hotel. De eigenaar van het hotel vond het te lastig om een extra bed te plaatsen in een tweepersoonskamer. Daarom regen we twee tweepersoonskamers en een eenpersoonskamer.

Als we vertrekken vertelt de hotelier ons dat we het eerste stuk het beste de hoofdweg kunnen volgen. Het is vandaag 1 mei en dat is in Duitsland een feestdag. Er zal dus weinig verkeer op de weg zijn. Ook hoeven we over de hoofdweg minder heuvel op en heuvel af te fietsen.
Veel verkeer is er inderdaad niet, maar de auto's die er zijn rijden erg hard. Als na vier kilometer de fietsroute de hoofdweg kruist, besluiten we toch de fietsroute te gaan volgen. Al snel volgen er een paar kleine pittige heuveltjes over zandpaden. Maar de route is veel leuker dan de hoofdweg.

Van Bad Wunnenberg tot Furstenberg volgen we de alternatieve route. Deze route is 3 kilometer korter en we vermijden een klim van 75 meter hoogte. Bij Furstenberg begint een lange klim over een fraaie smalle bosweg. Anne rijdt naast me. Tot nu toe heb ik haar geregeld geduwd. Deze lange beklimming wil ze op eigen kracht fietsen. Ze schakelt steeds beter en fietst zonder problemen en zonder hulp naar boven.

Na het bos rijden we door prachtige gele koolzaadvelden en een windmolenpark. Net als de afgelopen dagen is het helder weer en is de zon heerlijk warm. De eerste twee dagen was het zelfs 28 ºC. Vandaag is het met 18 ºC wat koeler. Het is nog steeds een prima combinatie van een harde koele tegenwind -uit het Noordoosten- en een heerlijk warme zon.

In Westheim vinden we na lang zoeken eindelijk een plek waar we wat te eten kunnen krijgen. Vanochtend waren we in Brunen net te laat om naar de bakker -die al om 10.00 uur sloot- te gaan. Daarna was alles steeds gesloten. Nu kunnen we lekker buiten op het terras voor een café zitten. Naast het café staat iemand Bratwurst en koteletten te braden. Na de lunchpauze vervolgen we onze route door een prachtig groen en geel -koolzaadvelden- heuvellandschap.

Bij Scherfede beginnen Nicky en Anne moe te worden. We spreken met ze af dat we nog één flinke heuvel op fietsen en 5 kilometer verderop in het plaatsje Wethen pauze houden. De klim valt mee omdat de route hier naar het zuiden loopt. We hebben dus even geen tegenwind. In Wethen staat een bankje onder een boom voor een eeuwenoud Rathaus. We eten hier ons laatste brood op. Enkele Duitse fietsers vragen of we in het oude kerkje achter het Rathaus willen kijken. Ze hebben ergens in het dorp de sleutel gehaald en zo kunnen we binnen in de oude kerk. Als we even later weer onder de boom zitten komt de buurman. Hij heeft voor Nicky en Anne een wafel gebakken. Ook kunnen we bij hem naar het toilet. Achter in zijn tuin is ook een oude bron waar we onze flessen kunnen vullen.

Tegen de avond eten we bij een Italiaans restaurant in Wartburg. Van daar fietsen we naar een camping een paar kilometers verderop. Op de camping, die vol met Nederlandse kampeerders staat, vraagt de eigenaresse bij onze aankomst of we van Nijmegen naar Praag aan het fietsen zijn. We zijn blijkbaar niet de eerste die deze route volgt. Na het op zetten van de tenten koelt het snel af. We gooien met zijn allen een frisbee over. Voor het slapen gaan vertel ik Nicky en Anne nog enkele reisverhalen van mijn reis door Afrika. 

5 mei 2007 Camping van Wasungen: alleen verder (105 km; 479 hoogtemeter)
’s Morgens vroeg staat het ontbijt voor ons allen klaar. Gisteren zijn mijn ouders vanuit Nederland naar Creuzburg gereden. Vannacht hebben we met zijn allen -7 man in totaal- geslapen in een luxe klein hotel op het centrale plein van het fraaie dorpje. Het ontbijt is heerlijk met onder andere gehaktballetjes, jus, yoghurt met vruchten, diverse soorten kaas, brood en vleeswaren. Marcel, Ine, Nicky en Anne rijden -na afscheid te hebben genomen- met mijn ouders terug naar Nederland. Ik fiets alleen verder.

8 kilometer ten zuiden van Creuzburg kan ik kiezen tussen een route langs de rivier de Werra of een routeverkorting door de heuvels. Ik besluit de Werra-route langs de rivier te volgen. Tussen de groene heuvels doemen al snel enkele vulkaanachtige bergen op. Het zijn heuvels ontstaan door de kalimijnen.

In Heringen eet ik in een caférestaurant. Eén van de andere gasten vraagt of ik met de fiets onderweg ben. Vervolgens wil hij weten waar ik naar toe fiets. Ik vertel hem dat ik op weg ben naar Praag. “En vanuit Praag fiets je dan weer terug naar Nederland?" "Nee, ik fiets daarna nog ruim twee jaar verder naar Australië”. Eén van de andere gasten wil dan nog meer weten. Ik laat hem de kaart op mijn stuurtas zien. “Ga je ook door Iran?” Een ander zegt dan “Neem je dan wel een Kalasnikov mee!” “Nou dat laatste lijkt me niet nodig. Ik verwacht in Iran geen problemen.”, spreek ik mezelf moed in.

Tegen de avond fiets ik naar de camping van Wassungen. Ik kan de camping niet vinden. Ik vraag twee jongens -die langs de Werra aan het spelen zijn- waar de camping is. Ik moet nog iets verder de rivier volgen. Tussen allemaal volkstuintjes in ligt een grasveld met het "Bootshaus" van de kano- en de visvereniging. Ik zie verder een paar bankjes met vuurplaats, een volleybalveld en een klein toiletgebouw. Bij het toiletgebouw hangt een telefoonnummer. Ik bel naar het nummer en tien minuten later komt de beheerster op de fiets de camping op rijden. Ik betaal haar en ik krijg de sleutel van het toiletgebouw. We spreken af dat ze morgenochtend om 9.30 uur de sleutel weer komt op halen. De tent moet ik achter de trap van het Bootshaus op zetten.

Onder het eten verzamelen zich enkele jonge mannen bij de bankjes. Ze hebben kratten bier bij zich. Verderop in één van de huisjes bij de volkstuintjes staat de muziek zo hard dat de hele buurt -inclusief de enige campinggast- mee kan genieten. Na het eten begint het af te koelen. Ik hang mijn was in het toiletgebouw, zodat de was beter droogt dan in de vochtige koude buitenlucht.

’s Avonds laat hoor ik -naar ik aan neem- drie jonge mannen -die luidruchtig praten- aan komen lopen. Ze zeggen dat ze over de tent zullen struikelen. Ik neem aan dat dat een grapje is. Maar enkele seconden later schopt iemand tegen de rechter tentstok en laat zich op de tent vallen. In een reflex vang ik hem met beide armen op. Ik duw hem van me af. De hele tent -inclusief tentstok- buigt door onder het gewicht van de man. Snel lopen de mannen hierna verder. Vóór ik uit mijn slaapzak ben zijn ze alweer verdwenen in de duisternis. Ik controleer of de tent dit voorval overleefd heeft. Ik verbaas me erover dat er geen schade is. Ik hoop niet dat later blijkt dat de stok alsnog scheurtjes heeft opgelopen. Nu begrijp ik pas ook waarom ik mijn tent achter de trap van het Bootshaus moest plaatsen. Dit grapje hebben de mannen vast al vaker geflikt.

De volgende ochtend vraagt de campingbeheerster of alles goed is gegaan vannacht. Ik heb prima geslapen, maar de muziek is wel tot 5.00 uur vanochtend aan geweest. Ook vertel ik haar van het voorval van gisterenavond. Ze overlegt nog met iemand anders hoe ze dit probleem moet op lossen. Ze heeft al vaker aangifte gedaan, maar de burgemeester heeft niets gedaan. Ze weet ook precies wie het gedaan heeft. De andere vrouw vindt dat ze toch weer aangifte moet doen.

10 mei 2007 Van Pilzen naar Praag (123 km)
Mijn ontbijt vanochtend -in hotel Central midden in het centrum van Pilzen- is een stuk minder uitgebreid en lekker dan gisteren. Toch was het hotel gisteren in het wereldberoemde kuuroord Marianske Lazne net als vandaag een hotel met vier sterren. Hoewel het hotel in Marianske Lazne met 2400 kronen -ongeveer 88 euro- een stuk duurder was als het hotel hier in
Pilzen -1550 kronen- vind ik dat het duurste hotel toch meer waard was voor mijn geld. Onvoorstelbaar dat er gisteren in het kuuroord tientallen zeer fraai opgeknapte dure vier en vijf sterren hotels waren. De hotels waren voornamelijk gevuld met oude Duitse toeristen. Zoveel dure hotels heb ik nog nooit bij elkaar gezien en dat in een relatief arm land.

Achter de prachtig opgeknapte gebouwen stonden in Marianske Lazne ook nog veel gebouwen die vervallen waren. Hier in de industriestad -bekend vanwege machinefabriek Skoda en bierbrouwerij Pilsner Urquell- zijn er minder vervallen gebouwen. Tevens zijn er ook minder pas gerenoveerde gebouwen. Het lijkt erop dat het hier eerst minder slecht is gegaan en het nu minder goed gaat als in Marianske Lazne. Op veel andere plaatsen in Tsjechië lijkt het erop of er 60 jaar geen onderhoud is gepleegd aan de gebouwen.

Ik vervolg fietsroute 3 de stad uit. Ik fiets onder een spoorweg door. Dat kan niet goed zijn. Op de kaart heb ik gezien dat ik voor het spoor links af had moeten gaan. Ik ga terug en volg de weg langs het spoor. Een kilometer verder zie ik weer de bordjes van fietsroute 3. Ik let steeds op de bordjes en op de kaart. De bordjes staan vaak niet duidelijk aangegeven. Op de kaart houd ik de richting/afslagen nauwlettend in de gaten. Zo lukt het meestal toch om de route te vervolgen.

Een paar kilometer verder ben ik de route kwijt. Niet veel verder kom ik weer terug op de route. Volgens de kaart moet ik rechtsaf slaan. Er staat een paaltje met een verbogen beugeltje waar eens -naar ik aanneem- een bordje van de fietsroute op heeft gehangen. Het vreemde is echter dat er voor degenen die de route in tegenovergestelde richting rijden er ook geen bordje staat. Ik besluit toch rechtsaf te gaan.

In Cerveny Hradek staan er weer bordjes. Op de hoofdweg zou ik linksaf moeten volgens de kaart. Ik kan geen bordjes vinden. Als ik Pilzen weer in fiets, draai ik om en volg de hoofdweg naar Kysice. Daar pak ik de route weer op.

Net na Dobriv fiets ik over een bruggetje. 50 meter na de brug is er een splitsing. Er staan echter geen borden. Ik sla linksaf een nieuw asfaltpad op omdat ik gelezen heb dat er aan dit deel van de route nog gewerkt werd. De weg gaat echter bergop en op de kaart staat dat ik in het dal zou blijven. Ik ga terug en volg nu het grindpad naar rechts langs een meertje. Dat is een goede keuze want even later staan er weer borden.

Maar ook nu wordt het me weer lastig gemaakt. Het grindpad draait naar links. Rechtdoor is er een slecht zandpad. Er staat een bordje rechtdoor. Maar ik vraag me nu af of rechtdoor betekent rechtuit fietsen het zandpad op of met de bocht mee het grindpad volgen. Ik volg het grindpad. Het pad gaat een stuk de heuvel op. Ik denk dat ik de verkeerde keuze gemaakt heb want op de kaart lijkt de weg de rivier te volgen. Maar gelukkig blijkt later dat ik weer op de route fiets.

Het fietsen gaat snel vandaag. Ik heb een harde, soms stormachtige wind in de rug. Tot vandaag ging de route -Fietsen naar Praag- bijna altijd over kleine wegen waar nauwelijks verkeer was. Nu rijd ik grote stukken over meer doorgaande wegen. Het nadeel daarvan is dat er meer verkeer is. Het voordeel is dat -hier in Tsjechië- het asfalt een stuk beter is en ik met hoge snelheden kan afdalen. Ook met de wind in de rug kan ik op deze betere wegen lekker door fietsen.

Voor Revnice ontmoet ik een -de eerste op deze reis- Nederlandse fietser. Hij rijdt dezelfde route, maar dan vanaf Praag naar Nederland. Hij is nog maar net begonnen en heeft flinke tegenwind. Voor 5 euro, exclusief toeslagen en fiets, is hij met het vliegtuig naar Praag gevlogen. Na een praatje vervolgen we beide onze route.

Voor Cernosice loopt de fietsroute door een rivierdal. Net voor een splitsing staat er op een paal een bordje met een 3 erop. Zo weet ik dat ik op de route zit. Nu draait de weg naar rechts. Volgens de kaart zou ik echter rechtdoor moeten rijden. Maar op de weg die naar rechts draait staat 30 meter verderop een paal met een bordje van fietsroute 3 voor het tegemoet komende verkeer. Dat betekent dus dat ik naar rechts de weg moet vervolgen. Na 2 kilometer klimmen weet ik bij een afslag zeker dat ik verkeerd ben gereden. Ik daal weer af naar de splitsing en volg de andere weg. Al snel staan er weer bordjes met een 3.

Vanaf Cernosice moet ik een stuk route 8100 volgen. Na een brug staat er een bordje rechtsaf. Volgens de kaart moet ik rechtdoor. Ik rijd een stuk naar rechts maar merk al snel dat ik zo de verkeerde kant op fiets. Weer draai ik om en volg de route volgens de kaart. Een paar honderd meter verder blijkt dat ik nog steeds op de route zit. Ik begin te balen van het volgen van een
uitgezette route. Het lijkt de hele dag al of er iemand zijn best heeft gedaan de bordjes zo onduidelijk mogelijk neer te zetten. En gezien het aantal keren dat ik vandaag verkeerd ben gereden heeft hij er nog behoorlijk talent voor ook.

Net voor Praag zet ik mijn tent op op een camping langs de rivier de Moldau. Morgen moet ik nog 10 kilometer fietsen en dan heb ik het eerste traject –Fietsen naar Praag- erop zitten. Na morgen bepaal ik zelf weer mijn route en volg niet meer een route-boekje. Tot vandaag was het een prachtige route langs veel aardige stadjes en over rustige paden en wegen. Alleen vandaag ging de route over iets drukkere wegen en was moeilijk te volgen.

12 mei 2007 Kamperen in de achtertuin (138 km; 1337 hoogtemeter)
Vannacht heb ik geslapen in een appartement in het midden van de prachtige stad Praag. Normaal slaap ik in mijn tent of in een hotelkamer. Gisteren wilde ik een hotel boeken bij één van de vele hotelinfokantoren. Maar toen ik dacht een hotelkamer voor een nacht geregeld te hebben, bleek dat ik een appartement gehuurd had. Ik kreeg een adres en een sleutel mee. Nu kan ik mijn eigen ontbijt maken met lekker geroosterd brood. Naast een broodrooster staat er ook een wasmachine. Ik heb gisteren al mijn vuile kleren gewassen in de machine.

Nadat ik de sleutel van het appartement heb terug gebracht, fiets ik de stad uit. Ik heb een nogal drukke route gekozen om de stad uit te fietsen. Weg nr. 2 naar Kutna Hora is makkelijk te vinden en ik hoop dat het op zaterdagochtend niet al te druk is. Na 15 kilometer drink ik -terwijl er een regenbui overkomt- een kopje thee in een bushokje. Het wordt steeds drukker op de 2-baans weg. In korte tijd zie ik op 3 plaatsen auto's in elkaar zitten. Alle 3 de ongelukken hebben nog maar net plaats gevonden. Bij één staat een ambulance en bij een andere aanrijding staat men nog midden op de weg te wachten op de politie.

Het gaat snel vandaag op deze hoofdweg met een lekkere rugwind. Tegen 12.00 uur begint het hard te regenen. In een restaurant neem ik een maaltijd voor 2,40 euro. Na het eten drink ik nog een kopje thee terwijl het nog steeds erg hard regent. Als ik daarna buiten kom schijnt de zon. Terug op route 2 wordt het richting Kutna Hora steeds rustiger op de weg. In Kutna Hora bekijk ik een grote kerk en het aardige stadscentrum kort. Vervolgens rijd ik over kleinere wegen naar het oosten.

Tegen 18.00 uur staat er een camping aangegeven. Bij de campingkiosk vertelt men me dat de camping gesloten is. 3 kilometer verderop -zo vertelt men me- is er nog een camping in het plaatsje Sec. Ik drink een cola en fiets naar Sec. Er zijn zelfs 2 campings. Maar volgens een voorbijganger zijn ze beide gesloten. Het is prachtig zonnig weer en dus geen enkel probleem om nog een paar uurtjes verder te fietsen.

Voor een huis -met een prachtig grasveld er omheen- staat iemand zijn auto te wassen. Ik vraag of hij mijn waterfles wil vullen. Er komt echter niet alleen water -maar ook allerlei troep- uit de tuinslang. Hij vraagt of ik het wil drinken. Als ik ja zeg loopt hij met de fles naar binnen en komt even later terug met schoon drinkwater. Helaas mag ik niet kamperen in zijn mooie tuin.

Na 20.00 uur vraag ik in een dorpje in de kroeg of er ergens een hotel of een kampeerplaats is. Het is nogal lastig communiceren, want men spreekt nauwelijks Engels of Duits. Maar het is wel duidelijk dat er in het dorp geen hotel of camping is. Als ik naar buiten loop komt er iemand achter me aan. Hij weet wel een kampeerplaats. Achter zijn huis is een prachtig grasveld. Er staat een afdak met tafels en banken er onder. Hij vertelt zijn buren -waarvan de tuin ook aan het grasveld ligt- dat er een bezoeker op het grasveld staat. De buurvrouw is het er helemaal niet mee eens. Ze heeft -een klein stukje een heuvel op- nog een soort trekkershut. Maar ik slaap net zo graag in mijn tent en ik heb geen zin mijn spullen de heuvel op te slepen. Dan moet ik ook nog in de woonwagen -die ook op het grasveld staat- kijken. Daar mag ik ook slapen. Een prima plek maar ik zet toch mijn tent op.

De buurvrouw wil toch behulpzaam zijn. Voor ik mijn tent op heb staan komt ze met een pak melk, brood en een soort sandwichspread. Terwijl ik zit te eten komt de man -die me naar het mooie kampeerplekje heeft gebracht- met een stuk cake en een fles sterke drank. Die laatste mag hij zelf leeg drinken. Hij heeft ook een kaartenmap van Europa bij zich. Hij laat me zien waar hij overal in Europa heeft gefietst. Ik laat hem mijn plannen zien en geef hem een klein kaartje waarop mijn route staat.

In zijn huis kan ik me douchen en naar het toilet. Ik was in de wastafel ook mijn fietsbroek en shirt. In mijn shirt zit een enorm dikke witte zoutkring achter op de rug. Ik vraag me af wat de mensen -die achter me zaten- gedacht hebben toen ik enkele uren geleden op een terrasje mijn jas uit deed. Na het douchen spreek ik met zijn vouw af dat ik morgen om 8.00 uur kom ontbijten. Wat een gastvrijheid!

15 mei 2007 Zwemmen naar Australië (104 km; 610 hoogtemeter)
Als ik wakker word kijk ik -vanaf mijn hotelkamer op de zevende verdieping- uit over het centrum van Opava. Opava is zomaar een aardige kleine stad in het oosten van Tsjechië. Na een warme douche neem ik de lift naar de begane grond. Aldaar staat een heerlijk ontbijtbuffet op me te wachten. Dit hotel heeft slechts 3 sterren -hotels die ik eerder in Tsjechië had, hadden 4 sterren- maar het ontbijt is er niet minder om.

Onder in de hal van het hotel hang ik mijn fietstassen op de fiets. Eén van de ober, die goed Duits spreekt, komt kijken. Hij vindt het onvoorstelbaar dat ik helemaal vanuit Nederland naar Opava gefietst ben. Ik laat hem het kaartje op mijn stuurtas zien en vertel hem dat ik nog naar Australië fiets. Hij bekijkt de kaart en vraagt dan of ik naar Australië ga over zwemmen. Deze vraag heb ik inmiddels al vaak gehoord. Deze vraag zal me mijn hele reis wel blijven achtervolgen. Elke keer vraag ik me weer af of ik zal vertellen dat ik de Rijn bij Millingen ook niet ben over gezwommen.

Bij de receptie hangt een bord met de koers van de Euro ten opzichte van Poolse en Tsjechische valuta. Ik vraag of ik mijn kronen kan om wisselen in Zlotich. Maar dat kan helaas niet. Ze willen alleen euro's innemen en tegen andere valuta wisselen. Het lijkt erop dat de euro hier erg populair is.

Door een groen heuvelland fiets ik naar de Poolse grens. Het is vandaag 10 ºC kouder dan gisteren. Ook de wind -gisteren vanuit het zuiden- is gedraaid naar het noordwesten. Bij de grens moet ik mijn paspoort laten zien. Daar begrijp ik niets van. Op een grens tussen EU-landen is toch geen paspoortcontrole. Achter het douanekantoor kan ik mijn kronen wisselen voor Zlotich.

Na de eerste Poolse stad kom ik steeds weer op drukke 2-baans wegen. Ik koop een andere -betere- kaart. Maar ook met die goede nieuwe kaart lukt het me niet om rustige wegen te vinden. Ik ben ook in een gebied met erg veel steden en dorpen. Het is niet prettig fietsen op deze wegen; er is veel vrachtverkeer. Ik probeer steeds zo dicht mogelijk langs de rand van de weg te fietsen. Dat is nogal lastig. Het wegdek zit vol gaten en er zijn vaak putdeksels die een stuk lager liggen dan het wegdek. Ook is er veel spoorvorming. Door het zware verkeer is het asfalt in het spoor naar buiten gedrukt als een hobbelige rand. Een enkele keer kom ik stuiterend bijna tot stilstand op het ruwe asfalt. Doordat er steeds auto's met hoge snelheid me inhalen durf ik niet naar links -waar het asfalt veel beter is- uit te wijken.

In de loop van de middag gaat het steeds meer regenen. Rond 18.00 uur ontsnap ik even aan de regen en koude door in een restaurant voor de tweede keer vandaag te gaan eten. Het is erg warm binnen. Vandaag vind ik dat wel lekker. Ik heb mijn korte broek aan. In de regen is de temperatuur gedaald naar 14 ºC.

Na het eten kom ik niet ver meer. Het is opgehouden met zachtjes regenen. Terwijl het begint te gieten vlucht ik onder het afdak van een bushalte. Na een half uur wachten regent het even niet zo hard meer. Ik stap weer op de fiets in de hoop de volgende stad te halen. Nog geen honderd meter verder begint het weer hard te regenen. Onder het dakoverstek van een winkel doe ik mijn regenpak aan. In de stromende regen fiets ik verder tot het volgende dorpje.

Alweer zit ik in een bushokje. Dit keer is het bushokje behoorlijk groot -ongeveer 3,5 bij 6 meter. Het regent te hard om verder te fietsen ook al is de volgende stad slechts enkele kilometers verderop. Vlak voor het donker wordt -een kwartier nadat de laatste bus is langs geweest- zet ik mijn tent op in het bushokje.

Dit is een nogal vreemde kampeerplaats. Zeker net zo leuk als het hotel afgelopen nacht. Het uitzicht vanaf de hotelkamer op de zevende verdieping was uiteraard beter. Maar deze plaats is wel weer spannend. Ik vraag me af of ik hier ongestoord kan slapen. Het bushokje staat midden in een klein dorp aan een drukke weg. Doordat het bushokje 3 gemetselde wanden heeft -en er aan de overkant bomen staan- kan niemand me vanaf zijn huis zien. Ook denk ik niet dat er veel gebruik wordt gemaakt van het bushokje. De vloer is mooi schoon, maar op de bankjes ligt een dikke laag stof. Verder verwacht ik niet dat er met dit slechte weer nog wandelaars langs zullen komen.

Het is 5.30 uur de volgende ochtend. Er staan al 5 mensen op de bus te wachten. Niemand stoort me verder en ik blijf rustig liggen. Iedere 10 tot 20 minuten staan er weer een stuk of 5 mensen op de volgende bus te wachten. Ik heb geen idee waar al die mensen vandaan komen. Iedereen staat hier te wachten. Vandaar dat die bankjes zo stoffig zijn. En op van die vieze bankjes wil je natuurlijk ook niet zitten. Tot 8.00 uur blijf ik liggen. Als het even rustig is sta ik op en ruim mijn tent op.

19 mei 2007 Transit door Oekraine
De zon schijnt als ik wakker word. Ik ruim mijn tent die ik gisteren onder een dak tussen de banken bij een parkeerplaats in een bos heb opgezet op. Na een ontbijt van thee met brood, een appel en een sinaasappel, die ik gisteren gekregen heb, en een bakje yoghurt vervolg ik mijn route naar het oosten. Het is nog 65 kilometer tot aan de grens met de Oekraïne.

Het land ziet er opeens anders uit. De laatste dagen -vanaf de eerste stad in Polen- was er altijd bebouwing langs de weg. Elke 50 meter stond er weer een vrijstaand huis. Een paar honderd meter zonder bebouwing langs de weg was er nooit. Maar er was ook nooit  aaneengesloten bebouwing. Zelfs in de bebouwde kom lagen er akkers en grasvelden tussen de huizen. Nu zijn er plotseling weer echte dorpen met aaneengesloten bebouwing. Tussen de dorpen in is er akkerland, grasland of bos.

Nu er weer echte dorpen zijn, zijn er ook weer dorpspleintjes met een parkje waar bankjes in staan. Zo kan ik nu -in de heerlijke voorjaarszon- op een bankje een kopje thee drinken en een broodje eten.

Rond de middag ben ik in de laatste Poolse stad Przemysl. Op meerdere plaatsen is de weg -in het centrum van de aardige stad- afgezet. Er zijn ongelukken in scène gezet waarbij men een soort EHBO demonstraties/oefeningen laat zien. Op één van de kruispunten waar 2 auto's "tegen elkaar gebotst" zijn ga ik op een terras een pizza Hawaï eten.

Voor de grens staan op de rechterrijbaan meer dan 100 vrachtauto's, busjes en auto's met aanhangwagen. Net als de personenauto's rijd ik de lange rij voorbij. Vlak vóór de grens staan er ook nog 2 banen met personenauto's. Ook deze fiets ik voorbij tot aan slagbomen. Daar zie ik een man die het verkeer aan het regelen is voor de grensovergang. In het Engels vraag ik hem waar ik met de fiets moet gaan staan. Er zijn immers 6 rijstroken, maar niet één rijstrook voor fietsers. Nu had ik de man net zo goed in het Nederlands kunnen vragen. Dat verstaat hij net zo "goed" als Engels. Hij belt een collega op om te vragen waar fietsers de grens over moeten. Dan legt hij me in het Pools uit dat er 100 meter naar het noorden nog een grensovergang is voor voetgangers. Daar moet ik naar toe.

Bij de Poolse douane staat een flinke rij voetgangers. Gelukkig is er een aparte doorgang voor EU-burgers. Daar staat niemand te wachten en kan ik -na mijn paspoort te hebben laten zien- doorlopen. Tussen 4 meter hoge hekwerken in loop ik naar de douane van de Oekraïne. Daar sluit ik aan in een rij van misschien wel 80 man. Enkele mensen wijzen me erop dat ik niet in deze rij thuis hoor. Dat zien ze blijkbaar aan mijn neus. Naast de rij is nog een tweede deur die toegang geeft tot het douanekantoor.

Die tweede deur is echter op slot. In het kantoortje naast de deur zit een mooie jonge politieagente. Aan haar heb ik echter niets. Het lijkt erop alsof ze in Siberië les heeft gehad in het uitdrukkingsloos om je heen kijken. Ook als ik voorzichtig op het raam klop, komt er geen enkele reactie. Even later komt er een douanebeambte achter me aan lopen. Hij heeft de sleutel van de deur en laat ook mij binnen.

Hij wil mijn paspoort. Hij vraagt ook 2 andere collega's hem te helpen met mijn papieren. Ik krijg een formulier waarop ik mijn gegevens moet invullen. Een vluchtnummer kan ik echter niet invullen. Dat vakje laat ik dus open. Men wil weten waar ik naar toe ga. Ik ben op weg naar Lviv -de eerste stad in de Oekraïne- en daarna naar Rusland. Inmiddels is er nog een vierde man bezig met mijn paspoort. Hij was echter bezig met die lange rij voetgangers die voor de deur staan. Nu heb ik geen bezwaar tegen deze voorkeursbehandeling. Hoewel ik waarschijnlijk meer tijd heb dan die hele rij wachtenden bij elkaar. Als ik op weg ben naar Rusland dan moet er transit op mijn formulier gezet worden.

Nu heb ik nog een regel -waar staat voor welk bedrijf ik Oekraïne bezoek- open gelaten. Men wil hiervoor weten naar welk hotel ik ga. Ik geef ze een hotel in Lviv. Dat is niet goed, men wil weten in welk hotel ik in Moskou zal overnachten. Maar ik ga helemaal niet naar Moskou. Ik leg ze de route -aan de hand van een kaartje in mijn reisgids- uit die ik wil volgen. Dan valt de plaatsnaam Kerch -waar vandaan ik met de boot vanaf de Krim naar het zuiden van Rusland wil- en dan is alles goed voor ze. Ze vullen nog wat in op mijn formulier en ik krijg mijn formulier -met stempel- en paspoort terug. Ik vraag me af of ik geen stempel in mijn paspoort nodig heb. Men wijst me echter de deur naar buiten. Ik heb de EU verlaten.

Buiten loopt een politieagent met een grote pet op. De pet past prima op zijn hoofd, maar de klep en de deksel zijn 3 maten te groot. Hij lijkt zo op een hoge Russische officier in een spionagefilm uit de tijd van de koude oorlog.

Net na de grens kan ik mijn laatste Zlotich wisselen tegen Hryvnia. Ik ben nu in het bezit van 87 Hryvnia. Dat is ongeveer 13euro. Van de Poolse munten die ik niet kon wisselen koop ik een fles cola en een reep -warme- chocolade.

De wereld aan de andere kant van de grens is nog niet veel anders. Tot de Russen dit gebied in namen in 1939 was het ook nog Pools gebied. De huizen zijn wat kleiner, het achterstallig onderhoud wat groter en de weg is iets slechter.

Wel is de invloed van Rusland iets groter. Midden in enkele dorpen staan lelijke betonnen overheidsgebouwen, die naar ik aan neem eens van de communistische partij waren. Ook staan er meer beelden in allerlei parkjes. Daarnaast zijn de wanden van oude, deels vervallen, bushokjes voorzien van een soort mozaïektegelwerk. Het zijn ware kunstwerken. Dit lijkt me iets uit het communistische tijdperk. Want waar kun je het volk nu een groter plezier mee doen dan ze op een bus te laten wachten in een kunstwerk.

Ik ben op weg naar Lviv. Op mijn kaart van de Oekraïne staan onder de plattegrond van deze stad echter 4 namen: Lviv, Lvov, Lemberg en Leopoli. De Duitstalige naam Lemberg stamt uit de tijd  dat de stad tot het Oostenrijkse-Habsburgse Rijk behoorde. Lvov komt uit de Russische periode. Ik begrijp alleen niet waar de naam Leopoli vandaan komt. Het lijkt wel Italiaans.

In de berm loopt een ooievaar. Dit is al de vierde vandaag die dicht langs de weg loopt. Een paar kilometer terug zag ik dat een ooievaar een slang -formaat dunne tuinslang en uitgerold ongeveer 60 centimeter - tussen zijn snavels had. Ik wilde de vogel niet storen tijdens het eten. De ooievaar die hier loopt ga ik fotograferen.

50 kilometer voor Lviv staat er een groot luxe hotel langs de weg. Het heeft de grootse naam "Mirage". Veel geld heb ik niet maar ik ga toch even binnen kijken. Voor 80 Hryvnia kan ik een kamer krijgen. Het is net iets minder dan een Europese vier sterren hotel, maar een prima kamer met uitstekende badkamer. Voor het eten heb ik nog ruim 1 euro over.

Bij de bar vraag ik of ik wat te eten kan krijgen en met een creditkaart kan betalen. Men vraagt het na bij de receptie. Helaas kan dat niet. Ondertussen heb ik gezien dat op de menukaart enkele gerechten staan die ik nog kan betalen. Het eerste gerecht wat ik uit kies hebben ze niet. Maar ze weten wel een ander gerecht en daarbij kan ik ook nog een kopje thee krijgen. Even later komt er iemand uit de keuken melden dat ze dat ook niet hebben. Tenminste dat denk ik want ik versta er natuurlijk helemaal niets van. Maar de dame achter de bar legt ze uit dat het toch moet want ik heb niet meer geld te besteden. Even later krijg ik een bord met een soort pasta vleugeltjes met vulling. Het is geen grote maaltijd. Maar het is wel onvoorstelbaar dat ik voor dit bedrag toch nog wat te eten en te drinken heb gekregen.