China 1

Donderdag  6 september 2017  De eerste bomen  145 km 551 hm
Ik ben erg vroeg wakker vandaag. Vanuit mijn uitstekende hotelkamer op de 6e verdieping kijk ik uit over het centrale plein van een nieuwe stad waarvan ik de naam niet weet. Al snel klinkt er muziek vanaf het plein en is er een groep -die voornamelijk uit vrouwen bestaat- die gaat bewegen op muziek. Gisteren waren er in de avond 4 groepen aan het bewegen op muziek, met allemaal hun eigen muziek. Nu er maar één groep de muziekinstallatie aan heeft staan klink het een stuk beter. Met de vrolijke muziek vanaf het plein ontbijt ik op mijn hotelkamer terwijl ik kijk naar de dansende groep.

Als ik nog een douche neem valt me op dat mijn wangen zijn ingevallen en dat mijn dikke buik is gehalveerd de afgelopen week. De lange afstanden in de Gobi-woestijn hebben zijn tol, blijkbaar. Na 6 dagen -vanuit Ulan Bator- door Mongolië en 2 dagen door China ben ik nog steeds in de woestijn. Eergisteren had ik -op mijn eerste fietsdag in China- terwijl ik naar het zuiden fietste een heerlijke wind in de rug. Gisteren was de wind gedraaid naar zuidwest. Na 45 kilometer fietsen -op weg naar het zuiden- tegen de wind in, kwam ik bij een afslag naar het oosten. Ik had gepland om pas 175 kilometer verder naar het zuiden een afslag in oostelijke richting -in de richting van Beijing- te nemen. Op de afslag stond een bord met een naam in tekens -die ik dus niet kan lezen- en een afstand van 89 kilometer. Ik had zin om lekker met de wind in de rug door de woestijn te fietsen en besloot toen deze afslag te nemen. 

Vanaf een hoogte van ongeveer 1350 meter boven zeeniveau vertrek ik al vroeg. De afgelopen dagen is het landschap steeds vlakker en droger geworden. Ook lag de weg steeds boven de 900 meter hoogte. Tot mijn verrassing begint buiten het dorp de weg meteen te steigen. Een fietser uit het dorp fietst achter me aan. Het lijkt alsof ik meteen een groener landschap in fiets. Het gras is groener en na 10 kilometer heel langzaam klimmen staan er bomen. De afgelopen week heb ik bijna geen boom gezien. Ik stop om van de eerste bomen een foto te maken. De Chinese fietser komt nieuwsgierig naast me staan. Hij wil graag weten waar ik vandaan kom. Het lijkt erop dat hij nog nooit vwegan Nederland heeft gehoord. Ook als ik -zoals men vaak in Azië doet- het op zijn Engels uit spreek begrijpt hij me niet. Uit Rusland, probeert hij nog eens. Nee, uit Nederland.
De weg loopt de eerste uren voornamelijk naar het zuiden, waardoor ik de zuidwesten wind tegen heb. Gelukkig waait het nog niet zo hard. Na 20 kilometer kom ik op het eerste hoge punt van ongeveer 1500 meter hoogte. De Chinese fietser gaat niet meer verder en zegt gedag. Ik fiets door het berglandschap met voornamelijk groen gras verder. Er komen steeds meer bomen, af en toe dorpen en ook akkers waarop boeren aan het werk zijn. Het lijkt erop dat ik Binnen Mongolië met zijn Gobi-woestijn ga verlaten. Na nog eens 10 kilometer draait de weg naar het zuidoosten waardoor ik de wind meer van opzij heb.

Na een paar toppen komt de weg uit op 1550 meter hoogte. Ik steek een soort snelweg over, er ligt een klaverblad en via een viaduct fiets ik naar de andere zijde. Normaal is dit de gewoonste zaak van de wereld. Maar nu is dit heel apart, want de afgelopen maand was er in het dun bevolkte gebied hooguit één asfaltweg, met hooguit een afsplitsing maar nooit een kruispunt tussen 2 grote wegen.

Na een korte afdaling rijd ik over een bijna verlaten weg de stad Changshun binnen. In het stadje is het een en al bedrijvigheid. Ik fiets langs een duizendtal winkels. Bij een kleine supermarkt koop ik wat drinken en brood. Bij een fruitstalletje langs de weg koop ik bananen en druiven. Ik zie verder geen eetstalletje om een snack te halen. Over een weer bijna verlaten weg fiets ik de drukke stad weer uit. In de afdaling naar het volgende dorp staan er allemaal bomen langs de weg. Dit keer kan ik eindelijk eens in de schaduw mijn lunchpauze houden.

De wereld om me heen is totaal veranderd. In plaats van een enorme leegte om me heen wordt er nu overal op het land gewerkt. Af en toe is er nog een herder. Op de weg rijden allemaal boeren met karren vol met hun oogst van voornamelijk groente. Op een aantal plaatsen ligt graan te drogen op stukken van de oude weg en men probeert het koren van het kaf te scheiden. Vaak doet men dit door zeven en soms door het op te gooien zodat het kaf weg waait.
In Mongolië kon je overal je tent neer zetten, nu staat er meestal een laag hekwerk langs de weg. Op de kaart heb ik gezien dat er ruim 100 kilometer na Changshun geen redelijk grote plaatsen langs de weg zijn waar men hotels zou kunnen verwachten. Toch hoop ik dat er voor Zhangbei -een grote stad- ergens een hotel is langs de weg. Uren lang fiets ik door zonder dat ik een hotel zie. Op 35 kilometer voor Zhangbei wordt het druk op de weg. Ik kan prima door fietsen op de ruime vluchtstrook, maar grote aantallen vrachtauto's komen me voorbij. Het is weer even wennen aan al dat verkeer.

Ik hoop dat de weg snel gaat afdalen, maar dat gebeurt niet. De weg klimt weer een beetje naar dezelfde hoogte als waar ik vanochtend begonnen ben. Vijftien kilometer voor Zhangbei is er een klein hotel met restaurant langs de weg. Ze hebben enkele gers en een gebouw met kamers op de begane grond en de eerste verdieping. Ik krijg een kamer op de begane grond. Zo kan ik makkelijk mijn fiets naar binnen rijden. Gelukkig hebben ze een stenen vloer, want ik zag vanochtend dat mijn achternaaf lekt. Ik wil geen olie achter laten in een vloerbedekking. Als ik de prijs vraag steekt de eigenares de duimvinger en de wijsvinger omhoog en zegt erbij in het Chinees "tachtig". Ik begrijp er niets van. Als je 2 vingers omhoog steekt denk ik eerder aan 20 of 200, maar uiteindelijk begrijpen we elkaar en wordt de betaling afgerond
.
In de badkamer doe ik de stekker van de boiler in het stopcontact, opdat ik over een half uur warm water heb. Na mijn douche -een half uur later- ga ik in het restaurant eten. Het lijkt erop dat ik vandaag de enige gast ben in het hotel. Ze hebben nog wat dumplings staan. Daarnaast vraag ik of ze wat verse groente en vlees willen bakken voor me. Dat laatste is maar goed ook, want die dumplings zijn koud en misschien ook al oud. Ik eet er maar een deel van op. Bij het eten krijg ik heet water om te drinken. Cola hebben ze niet, dus bestel ik een soort fanta. Al met al is het geen geweldige maaltijd, daarvoor had ik nog een uur langer door moeten fietsen naar de grote stad. Echter vond ik -om 17.00 uur- dat ik lang genoeg onderweg was geweest.
Op mijn kamer hangt een lijst met de wifi-wachtwoorden. Maar er is helemaal geen wifi. Ik vraag dit nog eens na bij de eigenares. Ze weet het ook niet en stelt voor dat ik dan maar vroeg ga slapen vanavond.

Zondag  10 september 2017  In de regen op de Chinese Muur  66 km 277 hm
De kamer van mijn hotel is vandaag aan een leuk klein binnenplaatsje van een in traditionele stijl gebouwd dorp. Ik denk dat alles nog niet zo heel erg oud is, maar is nagebouwd voor de toeristen. Op 100 meter van het hotel ligt een klein stukje Chinese Muur waarvan alleen de poort in de muur is gerestaureerd. Je kunt er de muur op lopen -op het gerestaureerde deel- en dan heb je een prachtig uitzicht op een Chinees dorp met de groene bergen op de achtergrond.

chinese muurAl voor 7.00 uur wandel ik het hotel uit. Vlak bij het hotel ligt een grote rotonde waarop tientallen nieuwe toeristen trammetjes staan. Het lijkt erop dat ze nog nooit gebruikt zijn. De wegen hier naar toe zijn ook afgezet, behalve de bouwweg die langs de rotonde loopt. Achter de rotonde is er een opening in de hekwerken, waardoor ik naar de hoofdweg loop. De hoofdweg is de weg die naar het ticketoffice gaat. Op ongeveer 2 kilometer lopen van mijn hotel kom ik bij het ticketoffice. Ik koop een toegangskaartje voor het meest bezochte stukje Chinese Muur.

Toen ik vanochtend op stond hoopte ik dat het alleen een beetje nevelig was en dat de zon de mist snel zou laten verdwijnen. Helaas is het gaan regenen. Het is niet koud meer, want ik ben 2 dagen geleden bijna 1000 meter afgedaald. Ik ben nog maar op een hoogte van ruim 600 meter boven zeeniveau.

 Op de muur is het ontzettend druk. Op de steile stukken kan ik door de drukte alleen maar voetje voor voetje vooruit komen. In een land met zo'n grote bevolking hoort het misschien ook wel heel erg druk te zijn. Al dat volk op de muur ziet er in ieder geval heel erg kleurrijk uit. Veel mensen hebben een paraplu en een groot aantal heeft een soort nood regenpak. Die regenpakken ritselen nogal, steeds als het even waait denk ik -omdat die pakken heel veel geluid maken- dat het heel erg hard gaat regenen. In werkelijkheid regent het niet zo heel erg. Tijdens mijn wandeling doe ik de regenjas vaak even uit, als het niet hard genoeg regent voelt die jas nat en klam van binnen.

Ondanks de regen is het uitzicht over de muur fantastisch. Of misschien is het wel juist door de regen dat de bergen -waarover de muur slingerend loopt- een soort mistige gestaltes aannemen die er erg fraai uit zien. Alleen op de hoger gelegen delen van de muur begint het zicht af te nemen. Op de hoogte van het tweede kabelbaanstation probeer ik niet verder meer omhoog te lopen en wandel terug.

Aan het begin van de wandeling is mijn gps op tilt geslagen. Het apparaat reageerde nergens meer op. Ik heb de batterij eruit gehaald en die er later weer in gezet. Alle instellingen zijn verdwenen, wat nomaal niet gebeurt als ik de batterij verwissel. In het hotel zet ik alle instellingen weer goed en hoop dat ik niet een aantal instellingen vergeet. Het is jammer dat ook de tripgegevens terug naar nul zijn gezet. Ik had tot nu toe de tripgegevens per land ingesteld. Nu moet ik steeds 603 km er bij op tellen.

Rond 10.00 uur stap ik weer op de fiets. Het regent niet meer en ik neem dezelfde weg omhoog als ik vanochtend gewandeld heb. Het is waarschijnlijk niet de bedoeling dat doorgaand verkeer door de poorten van de Chinese Muur bij het ticketoffice rijdt, maar ik kan met de fiets tussen alle paaltjes door. Er staat veel bewaking en verkeersregelaars, maar niemand maakt zich druk om mij, die Chinesen zijn heellijk ontspannen. Ik ben blij dat ik deze weg kan nemen, want het alternatief is een drukke snelweg. Het is inmiddels wel een stuk drukker als vanochtend vroeg.

Na een kleine klim volgt een heerlijke afdaling door bergen waarop veel bos staat. Na zo'n 15 kilometer kom ik langs nog een stuk Chinese Muur, waar het wel druk is maar lang niet zo druk als vanochtend. Ik volg mijn route op mijn gps naar de Ming-graven. Ik wil het deel bezoeken bij het graf van Chang Ling. Bij een ticketoffice staat de prijs aangeven voor een bezoek aan het graf van Chang Ling. Ik kan echter dit kaartje hier nog niet kopen. Volgens de vrouw achter het loket is dat veel verder weg. Verder weg vind ik een nogal vage omschrijving. Ze zegt dan 5 kilometer. Ik heb blijkbaar mijn track -voor de gps- niet goed gemaakt. Ik ben alleen nog maar op de toegangsweg naar het graf. Op die toegangsweg kun je ook al poortgebouwen, tempels en bruggen bekijken.

Drie kilometer verderop kom ik bij het complex van het graf van Chang Ling. Ik koop er een toegangskaartje en zet mijn fiets met een kabelslot vast aan een hekwerk. Dat laatste is wat overdreven, want voor mijn gevoel is het hier in China heel erg veilig.
Op de as naar de grafheuvel staat een soort poortgebouw, dan een hele grote hal in de vorm van een tempel en vlak voor de grafheuvel staat een toren. Achter die toren is de grafheuvel met daarin de grafkamer, maar daar kun je weinig van zien. Het is ook niet een heel erg mooi complex, het is vooral indrukwekkend groot. De lange toegangsweg loopt naar dit complex. Links en rechts van dit complex zijn de grafheuvels van nog eens 12 Chinese Keizers uit de Ming-periode. Die ga ik niet bekijken.

Ik fiets verder de drukte van Beijing in. Ik heb een route uit gestippeld via Het Zomerpaleis en het Olympisch Stadion. olympisch stadion
Ik ben echter een dag eerder dan gepland en heb pas voor morgen een hotel besproken -via de treinreiswinkel- in de stad. Ik doe het rustig aan en ik hoop dat ik voor het Zomerpaleis een hotel tegen kom, dan ga ik morgen pas het paleis bekijken.

Langs veel wegen zijn hele brede fietspaden. Dat is makkelijk fietsen. Op één plek gaat dit echter fout. Via een aparte vrijliggende rotonde die alleen voor fietsers is -waar overigens wel auto's over rijden- kom ik aan de verkeerde kant van de G6. Veel mensen houden er van om tegen de keer in te fietsen of te rijden met hun tuktuk, bromfiets of auto in China. Maar ik zie het niet zitten om tegen de drukte van deze grote verkeersader in te fietsen. Ik keer om en ga op zoek naar een voetgangersbrug, die me naar de goede zijde van deze weg brengt. Eenmaal weer op de sideway van de G6 is alleen deze zijde van de parallelweg al 4-baans plus nog een 5 meter breed fietspad.

Fietsen door Beijing is een geweldige belevenis. Het is nog leuker dan fietsen door het centrum van Amsterdam. Het is ook iets gevaarlijker. Zoals als iedereen weet zijn er verkeersregels. Als de verkeersregels je niet goed van pas komen, dan volg je gewoon even je eigen regels. Door rood fietsen -of met een brommer- is natuurlijk geen probleem, als je maar goed uit kijkt. Nu dat laatste doet niet iedereen, maar alle andere weggebruikers hebben dan geen andere keuze dan om je heen te rijden.
Bij een grote weg met gescheiden rijbanen is het lastig als je een klein stukje terug wilt rijden. Althans bij ons zou dat lastig zijn, hier neemt men niet de moeite om bij de eerst volgende afslag naar de overzijde van de weg te gaan. Men rijdt gewoon tegen de rijrichting in. Dat doet men bij voorkeur op het fietspad, dus moet ik steeds opletten voor spookrijders.

Op het moment dat het stoplicht op groen springt, zullen altijd de eerste paar auto's die linksaf willen slaan snel naar links rijden. Ze komen daarmee vaak vast te zitten in het verkeer dat rechtdoor wil rijden. Dat daarmee misschien wel het hele verkeer komt vast te staan of dat dit slecht is voor de doorstroming lijkt niemand wat uit te maken. Het lijkt erop dat iedereen alleen aan zich zelf denkt.
Echter het mooie is dat niemand kwaad of agressief wordt van het slechte rijgedrag van anderen. Iedereen vind alles prima en iedereen is blij en gaat gewoon weer verder op weg. Dat zouden we in Nederland ook moeten doen. Wat natuurlijk wel jammer is dat het rijgedrag niet goed is voor de verkeersveiligheid. Ik heb al een paar aanrijdingen gezien, in Nederland doe je daar je halve leven over.

Op het einde van de middag zie ik voor het eerst een hotel. Ik besluit meteen te stoppen bij dit hotel met de naam "Super 8 Hotel". Het is meer dan 300 Yuan, maar ik heb geen zin om verder te zoeken en ik neem aan dat de prijzen in Beijing wat hoger zijn dan in de rest van het land. Mijn kamer is op de begane grond en ik mag de fiets mee naar de kamer nemen. Mijn hotelkamer heeft nummer 119. Of eigenlijk nummer 8119. Acht is namelijk een soort geluksgetal, waardoor men heel vaak het nummer 8 voor het kamernummer zet. En natuurlijk heeft dit hotel ook nog nummer 8 in zijn naam.

Bij het hotel moet ik een kleine borg afgeven. Hierdoor heb ik niet meer genoeg geld om te gaan eten. Ik zoek eerst een pinautomaat op. Die blijkt iets verderop in een luxe hotel te zitten. Na het pinnen zie ik dat ze ook een goed restaurant hebben met een heel erg goed buffet. Een tiende deel van mijn geld gaat meteen weer op aan dit buffet. Ik heb in jaren niet meer zo veel en zo lekker gegeten.
  
Zaterdag  16 september 2017  Een zaterdag in China  118 km 290 hm
Vandaag heb ik een hotelkamer zonder ontbijt. Ik ben al onzettend vroeg bij de receptie. Ik heb gisteren 200 yuan borg betaald en de kamerprijs is 168 yuan. Nu krijg ik 100 yuan terug. Ik vraag of dat wel juist is. Omdat niemand Engels spreekt ontstaat er nu een verwarring. Ik besluit mijn 100 yuan maar mee te nemen, dan is iedereen blij.

Na het bezoek aan de Chinese Muur was het 2 dagen prachtig zonnig weer. Dat kwam goed uit want op die dagen heb ik het Zomerpaleis, de Verboden Stad en de Tempel van de Hemel in Beijing bezocht.  Vandaag is het net als de afgelopen dagen prima weer, maar wel erg saai. In de ochtend is het al snel boven de 20 graden en in de loop van de dag loopt de temperatuur op tot bijna 30 graden. Dus voor mij een heerlijke temperatuur. Het is helaas ook steeds bewolkt of bijna een beetje mistig, misschien is het wel smog. Elke middag komt de zon er wel een beetje doorheen, maar de lucht is grauw.

Het is zaterdag vandaag. Ik weet niet of het toeval is, maar de vorige keer dat ik in China was, was dat de dag van de veemarkt. Zo ook vandaag. Langs de weg staan mensen met kippen, honden, geiten, konijnen, duiven, vogels, kalkoenen en ganzen. Mensen bezoeken de markt met hun fiets, bromfiets, tricycle en auto. Al het verkeer loopt nu helemaal vast. Er moeten vrachtwagens door de menigte. Zelf met een fiets kun je niet meer door drukte slingeren. Stapvoets verplaats ik me naar de andere zijde van de markt.

Dit is de derde -en laatste- dag dat ik deze weg door het het vlakke land volg. Overal langs de weg staan bomen en er is bebouwing. Veel uitzicht heb ik hierdoor niet. Het is daardoor een beetje saaie weg, waarover het uitstekend fietsen is over het brede fietspad. Het fietspad is meestal op de vluchtstrook. Grote vrachtauto's rijden op grote afstand langs me op. Bij Xinle rijdt ik een stukje verkeerd, waardoor ik door de stad moet fietsen. Dat geeft een aardige afwisseling. Het fietsen door de Chinese steden is leuk, omdat je dit doet met grote aantallen andere fietsers en bromfietsers.

In het begin van de middag koop ik een flesje met drinken in een winkeltje langs de weg. Ik drink het voor de winkel op. Een man komt me al snel vragen of ik samen met hem op de foto wil. Later vraagt hij of ik mee naar binnen wil, dan kan hij nog een foto maken van ons samen in de winkel. Ik denk dat de man de eigenaar is en ik ben waarschijnlijk zijn eerste buitenlandse klant.Longxing tempel
In de middag verlaat ik de doogaande weg en fiets ik Zhengding in. In het oude gedeelte van de stad stop ik een paar keer om foto's te maken tot ik bij de Longxing tempel ben. Voor de tempel parkeer ik mijn fiets. Ik koop een toegangskaartje en ga deze oude tempel bekijken. In een as staan diverse tempels. In elke tempelstaat een grote Bhoeddha. Aan de achterzijde kan ik steeds de tempel weer verlaten tot ik bij de volgende tempel ben. Het leuke van dit 500 tot 1000 jaar oude complex is dat er ook veel oude bomen staan in fraai aangelegde tuinen.

Als ik de stad uit fiets volg ik mijn track. Het lijkt erop dat je -gezien al het verkeer- al weer in het zuiden de stad kunt verlaten, maar toen ik mijn track maakte zag ik op de satalliet foto van Google maps dat dit een bouwterrein was geworden. De wegen zijn hier allemaal prachtig aangelegd en het is niet meer zo stoffig langs de weg als in andere dorpen en steden. Op de kruispunten staan politieagenten het verkeer in goede banen te leiden. Dat lijkt niet nodig omdat er ook stoplichten staan, maar de meeste Chinesen nemen het niet zo nauw met alle verkeersregels. In het midden van een kruispunt staat een politieagent. Hij roept een fietser tot de orde. De man wil namelijk voor sorteren net zoals de auto's dat doen. Maar dat is hier niet meer de bedoeling, hij moet rechts op de fietsstrook blijven en dan eerst rechtuit de weg oversteken om vervolgens te wachten op het groene stoplicht om linksaf te kunnen slaan. Ik ben links gaan rijden en fiets over het zebrapad naar de andere zijde van het kruispunt. Als de agent me ziet begint hij tegen me te roepen. Ik versta er natuurlijk niets van, maar ik begrijp heel goed wat hij bedoelt. Ik heb alleen het probleem dat ik niet opeens kon weten dat ik me hier wel aan de regels moet houden. Tot nu toe heb ik me aangepast aan het gedrag van de Chinesen. De agent wenkt dat ik bij hem moet komen. Ik blijf staan en nu komt hij naar mij toe. Ik krijg nog eens duidelijk te horen dat ik me aan de verkeersregels moet houden. Ik zeg af en toe wat terug in het Engels of in het Nederlands, we spreken allebei een andere taal. Als de agent uit gesproken is kijk ik hem nog even verwarrend aan. Ik mag weer verder fietsen van hem.

Ik fiets de moderne hoofdstad -met de naam Shijiazhuang- van Hebei in. Allemaal prachtige wegen, overal extra politie op de kruispunten en het lijkt alsof ik in een modern, westers, rijk land aangekomen ben. Het duurt lang voor ik in het centrum ben van deze stad met 3 miljoen inwoners. Bij de eerste twee hotels wordt ik weg gestuurd omdat ze geen buitenlanders mogen laten overnachten. Bij een hotel uit mijn reisgids staan 3 jonge mannen bij de receptie. Ze vinden het nogal lastig dat ze geen Engels spreken. Ik heb het gevoel dat ze niet weten hoe ze hier mee om moeten gaan en daarom zeggen ze maar dat het hotel vol is. Dan zijn ze van het probleem af.

Ook bij het volgende -dure- hotel wordt ik weg gestuurd omdat ik een buitenlander ben. Bij het Holiday Inn hotel mag ik eindelijk overnachten. Het is wel -voor Chinese begrippen- een duur hotel voor 500 yuan. Maar ik denk dat ik geen keuze heb en besluit om te blijven. Ik denk dat deze moderne stad zich van zijn beste kant wil laten zien en dus moeten buitenlanders in dure hotels slapen. Mijn kamer ziet er prachtig uit. Naast mijn bed is een glaswand met daarachter een bad. Verder naar achteren is de wc en de douche in de wasruimte.

In het hotel is een restaurant waar ze een buffet van Chinees, Indias en Thais eten hebben. Goed eten is belangrijk als fietser, dus investeer ik daar nog maar eens wat extra geld in. Er is live muziek en het eten is heerlijk. Naast het buffet kun je ook nog extra eten klaar laten maken op de bbq. Als ik 4 borden leeg gegeten heb,komt de kok nog informeren of ik nog meer wil. Ik zit afgeladen vol maar vertel hem wel dat het erg lekker is. Ook de muziek is uitstekend. Ik verbaas me erover dat ze in het Engels kunnen zingen. Er is hier bijna niemand die goed Engels spreekt.

Na het eten loop ik nog even naar buiten. Naast het hotel wordt muziek gemaakt. Er is een soort podium en een tribune die helemaal vol zit. Naast de tribune is een bakkerij. Ik loop er naar toe, maar het brood wat ze hebben is niet wat ik zoek om morgen mee te nemen voor onderweg.

Terug in het hotel reageer ik op een paar sms-berichten van Els. Ze heeft voor me een ticket gekocht bij de KLM voor mijn volgende reisdeel. Een ticket boeken kan ik natuurlijk ook zelf, echter wilde ik eerst de KLM vragen of mijn fiets mee kan op de route naar Amerika. Dat laatse was nogal lastig om dat vanuit China te doen. De KLM bellen duurde heel erg lang en is daardoor nogal kostbaar. Nu kun je ze ook mailen, daarvoor moet je een lijstje invullen. Dat lijstje versturen werkte niet. Ik weet niet of dit komt omdat er in China allerlei filters op het netwerk zijn gezet of dat er een andere rede is. Het leek me in ieder geval praktischer als iemand dit in Nederland voor me zou regelen.

Voor ik naar bed ga, ga ik eerst nog even een half uur zwemmen op de 23e verdieping. Nu ben ik niet zo een zwemmer, maar ik wil gewoon even zien hoe het zwembad er uit ziet. Er zijn maar 3 andere zwemmers en ik mag als enige zonder badmuts het water in.

Woensdag  20 september 2017  Pingyao, mooiste dorp van China  64 km 404 hm
Ik ben in het mooiste dorp van China. Of eigenlijk is het een oude stad waarvan de stadsmuur en de bebouwing in de stad nog helemaal in de oude staat is gebleven. Er loopt een oost-west as door de stad en een noord-zuid as. In die laatste as zit een verspringinging. Op deze assen staan de grootste toegangspoorten van de stad en deze assen zijn de hoofdstraten die helemaal vol zijn met winkeltjes. Het is wat mij betreft de meest sfeervolle Chinese plek.

Wat erg fraai is aan de architectuur hier zijn alle binnenhofjes. Mijn hotel ligt midden in het centrum aan de oost-west as. Zoals ik al eerder heb gehad, moet je vanaf het straatniveau een paar treden omhoog naar het restaurant. Als je dan rechtdoor loopt, moet je aan de andere zijde van het restaurant weer een paar treden naar beneden en dan kom je op een binnenhofje met een aantal slaapkamers eraan. Voor mijn slaapkamer moet ik aan het einde van dit binnenhofje een steegje naar rechts in lopen, dan even links en rechts en nog een keer linksaf door een houten poort met een houten deur erin met een hoge onderdorpel. Dan kom je op een nieuw binnenhofje met een aantal slaapkamers, als je aan het einde linksaf gaat kun je door een grote ronde opening in een muur en loop je rechtdoor tegen mijn slaapkamer aan. De kamer is eenvoudig met een gemetseld bed en daarachter een eenvoudige diuche met wc. Links van mijn kamer is nog een binnenhofje met een viertal kamers eraan. De eerste keer was ik even bang dat ik zou verdwalen in het hotel.

Ze zijn hier ingesteld op buitenlandse toeristen. Voor het ontbijt hebben ze een buitenlandse menukaart. Ik bestel 2 appelpannekoeken bij één van de twee mooie Chinese jonge vrouwen die hier voor de bediening en de receptie zorgen. Ze spreken beiden goed Engels -ik denk dat het zussen zijn- en ik probeer me te herinneren wanneer ik voor het laatst een mooie vrouw gezien heb. Ik weet het niet meer, maar dat is al wel meer dan een maand geleden.

Ik voel me beroerd, het lijkt wel of ik de laaste dagen last van griep heb. Ik vertrek wat later dan normaal. Als ik mijn tassen aan de fiets hang voor het hotel, krijg ik van één van de mooie vrouwen een flesje water mee voor onderweg. Als ze mijn half lege oude waterflessen aan mijn fiets ziet hangen wil ze nog meer water halen. Ik vertel haar dat dat niet nodig is, want ik drink nog maar heel weinig water onderweg. Meestal koop ik in de ochtend een fles jus en in de middag wat cola en verder krijg je hier overal bij het eten heet water of soms thee.

Na 100 meter fietsen moet ik de fietstassen van mijn fiets halen. Ik moet met mijn fiets door een smalle opening in een hekwerk dat hier over de weg is geplaatst om het verkeer uit de binnenstad te houden. Via de poort aan de westzijde verlaat ik de gezellige ommuurde stad en vervolg mijn route naar het zuiden.

Na een paar kilometer zie ik dat mijn track even de weg verlaat. Ik heb gisteren niet de route van vandaag bekeken, ik heb toen ik aan kwam alleen maar geslapen en wat gegeten. Maar ik herinner me de tempel die ik wilde gaan bekijken. Ik fiets er naar toe want het is maar een kilometer vanaf de hoofdweg. Er staat een soort oude stadsmuur om dat tempelcomplex. Op een deel van de parkeerplaats en de stoep aan de overzijde is men mais aan het drogen. Dit is wel een handige plaats om de oogst te laten drogen, op andere plaatsen doet men dit ook op het fietspad of gewoon op de weg. Iedereen vindt dit schijnbaar normaal hier en rijdt er dan maar omheen. De ticketoffice van de Shuanglin tempel uit 1571 is gesloten vandaag. Dat komt goed uit, want ik vind dat ik inmiddels wel genoeg geld uitgegeven heb aan tickets. Om een binnenplaats staan aan 4 zijden tempelgebouwen met Bhoedda-beelden erin. Achter de grootste tempel is nog zo een binnenplaats met 3 extra tempels. Het zijn fraaie oude Bhoeddha beelden die een hele groep kunstenaars in klei proberen na te maken. De kunstenaars zijn heel erg goed.

Na 30 kilometer eet ik bij een restaurant een noodlesoep. Ook na het eten voel ik me slap. Ik fiets rustig verder. In het volgende dorp zou een afslag moeten zijn naar een ondergronds kasteel. Ik weet echter niet zeker of mijn track hier wel langs loopt. Als ik in het dorp geen afslag zie naar het ondergrondse kasteel besluit ik verder te fietsen over de hoofdweg.

Na 5 kilometer wegwerkzaamheden verlaat ik het dorp en fiets 10 kilometer lang langzaam omhoog over een leuke slingerweg door de bergen. Ik ben blij dat de weg heel rustig omhoog gaat, want mijn slappe benen hebben met 200 meter steiging -tot een hoogte van 960 meter- in 10 kilometer al moeite genoeg. Op de pashoogte wordt de weg breder. Bij een restaurant bestel ik nog een keer een soort noodlesoep. Ik eet er bijna niets van op. Vooral de dikke noodle-stengels lijken wel van plastic en het smaakt nergens naar. Ik weet niet of dit komt door een slechte kok of omdat ik al dagen lang weinig zin heb om te eten.

De laatste 15 kilometer naar Lingshi gaat de weg naar beneden. In de stad ga ik op zoek naar een goed hotel. Het was alweer een dag met prachtig fietsweer. Het is nog erg vroeg om te stoppen, maar de laatste dagen probeer ik steeds voor het avondeten een paar uurtjes te slapen, in de hoop dat de griep snel over gaat. Het Golden Kirin Hotel heeft een mega grote receptie. Alles in het gebouw lijkt van natuursteen.

Bij de receptie vraag ik of ze een kamer voor me hebben. De jonge vrouw bij de receptie reageert bijna niet op mijn vraag. Het is duidelijk dat ze geen Engels kan en ik geen Chinees, maar voor de receptie staat een bord waarop ik aan wijs welke kamer ik hebben wil. Het lijkt erop dat ze aan het nadenken is hoe ze dit probleem moet oplossen. Meestal als men zo afwachtend reageert blijkt dat er geen buitenlanders in het hotel mogen overnachten. Ik ben erg geduldig vandaag en wacht nog maar even op een reactie. Ik vraag me ondertussen wel af of ze weet dat er een bord met prijzen van de diverse kamers voor de receptie hangt.

Eén van de klanten ziet het allemaal aan en roept ongeduldig naar de vrouw hoe ze met haar telefoon kan vertalen. Een paar minuten later heeft ze het geregeld. "Single room" lees ik nu op het scherm van haar telefoon. "Ja". Ik ben blij met deze vraag en stoor me er niet aan dat ik het woord "single room" al 10 minuten geleden heb aangewezen op het bord voor haar receptie. Ik ben al lang blij dat er buitenlanders toegelaten worden in het hotel.

De vrouw blijkt plotseling heel erg behulpzaam, nu ze haar vertaalapp heeft gevonden. Ze laat me een kamer zien en geeft de prijs op die gelukkig een stuk lager is dan de prijs van ruim 500 yuan beneden bij de receptie. De prijs voor "no breakfast" is wel hoger dan de prijs zonder ontbijt. Ik ga akkoord met "no breakfast" en ontvang daarna een ontbijtbon. Ik mag mijn fiets achter het hotel stallen en vertrek naar mijn luxe hotelkamer.

luxe hotelkamerVeel luxe hotelkamers hebben glaswanden in de badkamer. Naast mijn bed is er nu een glaswand met daarachter de douche. Achter de douche -gescheiden door nog een glaswand- staat het toilet. Dus als ik nu naar het toilet wil, moet ik  -anders kunnen de overburen meekijken- of de gordijnen van de kamer dicht doen of het douchegordijn -dat in de douchecabine hangt- dicht doen. Het is niet erg praktisch maar het ziet er prachtig uit.

Er is geen minibar op mijn hotelkamer en ik heb zin in een koude cola. Bij het restaurant wordt ik door verwezen naar de receptie. De behulpzame receptioniste loopt met me mee naar buiten. Heel apart dat ik voor een cola naar de winkels gebracht wordt verderop in de straat. In de eerste winkel hebben ze alleen warme cola. Ik steek mijn duim op naar de receptioniste, ten teken dat ik het verder zelf wel uit zoek. Ze wandelt terug naar de receptie en ik koop een paar winkeltjes verderop een koude cola.

Na een middag dutje -die mijn zieke lichaam hard nodig heeft-, loop ik naar het restaurant. Hiervoor moet ik me voor de lift in de receptie melden. Ik mag niet zo maar naar binnen. Eerst moet er van alles -zo lijkt het tenminste- geregeld worden. Ik moet maar even plaats nemen op een stoel voor een bureau naast de lift. Ik zie al iemand lopen met een menukaart die alleen in het Chinees is. Er staat al snel 6 man -of eigenlijk voornamelijk vrouw- personeel om me heen. Ze zijn allemaal druk bezich voor me. Eén heeft een laptop waarop plaatjes staan van de gerechten. Ik "blader" er doorheen. Ik kan alleen geen gebakken rijst vinden. Een ander vraagt aan me of ik het gerecht op een papiertje wil schrijven. Dan blijkt dat ze wel rijst maar geen gebakken rijst hebben. Prima, dus rijst en ik wijs een schaal met varkensvlees aan. Er ligt ook friet onder maar ik weet niet of dat er bij hoort.

Ok, nu weet men wat ze voor me kunnen bereiden en mag ik met de lift naar het één verdieping hoger gelegen restaurant. Een snelle jonge vrouw -die ook een beetje Engels spreekt- gaat zich er nu ook mee bemoeien. Of ik de Chinese WhatsApp -tenminste dat denk ik dat het is- heb, vraagt ze. Nee, die heb ik niet. Ze is heel erg verbaasd. Of ik dan wel -ze laat me een andere app zien- de Chinese Facebook -of iets dergelijks, weet ik veel- heb. Nee, die heb ik ook niet. Ze wordt een beetje ongeduldig. Ze wil mijn telefoonnummer hebben. Die krijgt ze niet, stel je voor dat ze straks allemaal berichtjes gaat sturen, daar begin ik niet aan.

Op de eerste verdieping komen we in een grote zaal van prachtig natuursteen en waarvan het plafond 2 verdiepingen hoger ligt. Via een natuurstenen brug moet ik over een soort waterpartij waar geen water in staat maar plantenbakken met planten. Het geduld van de vrouw die mijn telefoonnummer niet heeft gekregen begint op te raken. Ze typt op haar telefoon en laat me dan lezen "hoe kan ik helpen". Ik heb net mijn eten besteld, dus voorlopig heb ik geen hulp nodig. Ik steek mijn duimen omhoog dat alles ok is. Ze typt als laatste "dan kan ik verder niet helpen" en vertrekt. Dat was natuurlijk heel erg aardig van haar. Ze had het fijn gevonden dat bij ieder probleem dat ik hier heb, ik haar een berichtje zou sturen en dat zij dit dan -door middel van berichtjes terug sturen met vertalingen of zoiets- voor mij zou proberen op te lossen.

Ik zit als enige gast in de grote zaal -die morgen ook als ontbijtzaal gebruikt zal worden-, want de andere gasten zitten allemaal in afgehuurde kamertjes. Het in in China -denk ik- niet erg gebruikelijk om alleen te eten. Ik kan meestal alleen een schaal eten bestellen en los een bakje rijst. Normaal bestellen ze hier voor een hele groep een aantal schalen waaruit iedereen -vaak vanaf een draaiende schijf in het midden van de tafel- dan een deel kan halen. Ik voel me slap en doe -in afwachting van mijn eten- mijn ogen dicht.

Het eten ziet er netjes verzorgd uit. Het vlees ligt op een laag friet. Het friet is lauw, maar in tegenstelling tot meestal in China niet oud, koud en slap. Iemand vraagt of het wel lukt om met stokjes te eten. Een collega wacht het antwoord niet af en is al onderweg met mes en vork. Ik eet gewoon met stokjes, de rijst is gelukkig plak rijst want droge korrels eten met stokjes is lastig. Het eten smaakt me uitstekend en ik begin er van op te knappen.

Bij de receptie van het restaurant, vraag ik of ik mag betalen. De receptioniste heeft op het Engels geoefend en roept "64" naar me. Na het betalen van het eten probeer ik te pinnen bij de geldautomaat in de receptie. Helaas lukt dat hier niet. Aan de overzijde bij 24H-banking hebben ze een heel apart apparaat, waar men op 6 verschillende plekken een pinpas in kan steken. Ik probeer het een keer maar ik heb geen idee hoe ik dit apparaat moet bedienen. Verderop in de straat is gelukkig een normaal pinapparaat, waar ik -waarschijnlijk voor de laaste keer met deze bankpas- mijn maximale 2000 yuan mee op neem.

Terug op mijn hotelkamer wordt er al snel aangeklopt door de receptioniste van het restaurant. Ze zegt "coca cola" en laat dan op haar telefoon zien "no checkout". Ik begrijp dat ze vergeten is de cola in rekening te brengen. Nu moet ik die alsnog betalen, maar hoeveel moet ik betalen? Ze roept een paar keer "jen". Als ze naar een bankbiljet van 10 yuan wijst begrijp ik pas dat ze steeds "ten" probeerde te roepen.

Vrijdag  29 september 2017  Hua Shan, heilige berg  88 km 465 hm (+20 km +1688 hm wandelen)
Ik weet niet of ik vannacht wel geslapen heb, ik schrok steeds weer van de vrachtauto's die voor mijn raam over een drempel reden. Nu was ik gisteren ook al vroeg naar bed gegaan en ik voel me niet moe, ondanks de 143 kilometer die ik gisteren heb gefietst. Ik had een rede om gisteren tot aan dit dorp door te fietsen.

Na weken lang steeds bijna altijd droog en lekker warm weer, regende het op eens een paar dagen lang. De eerste dag regende het nog niet zo heel erg hard en op het moment dat ik de 1500 jaar oude Longmen grotten bezocht was het zelfs even droog. De tweede dag was het in de ochtend nog wel te doen, maar in de middag regende het eigenlijk te hard. Uit eindelijk heb ik die dag nog wel een normale afstand gefietst, omdat ik door moest fietsen naar een stad met een hotel. De derde dag regende het te hard om te vertrekken en ben ik de hele dag in mijn hotel gebleven.

Zondag zal ik mijn fiets achter laten in Xian, om een treinreis van 9 dagen te gaan maken. Voor die tijd ik graag een bergwandeling maken en het beroemde Terracotta Leger bezoeken. Dus het kwam goed uit dat het gisteren mooi weer was en dat ik nu heel erg vroeg één van de 5 heilige Taoïstisch bergen op kan lopen.

Om 4.30 uur wil ik het hotel verlaten. De deur is echter afgesloten met een ketting. Ik rammel aan de ketting en dan schrikt de receptionist -die achter de receptie ligt te slapen- wakker. Hij wil mijn rekening op gaan stellen, ik maak hem duidelijk dat ik nu ga wandelen en dat ik later terug kom om mijn fiets op te halen. Hij begrijpt het en opent de deur voor me. Vanaf de hoofdweg wandel ik nu door een straat die omhoog loopt richting de ingang. Aan beide zijden van de weg zijn allemaal winkeltjes en restaurants. Enkele winkeltjes zijn open, want er lopen hier dag en nacht mensen de berg op. Deze berg is een grote toeristenattractie geworden en aan de andere zijde van de berg zijn 2 grote parkeerplaatsen aan de voet van kabelbanen die vandaar omhoog gaan.

Gisterenavond -toen het al donker was- ben ik tot aan het ticketoffice gewandeld. Er waren toen nog wandelaars bij de kaartverkoop. Nu lijkt het alsof ik de enige wandelaar ben die om hoog loopt. Ik heb gezien dat de kaartverkoop dag en nacht open is. Het ticketoffice ziet er echter verlaten uit. Ik klop op het raam en meteen gaat er een lamp aan en gaat het loket open. De kaartverkoopster lag direct achter het loket te slapen. Ik moet 180 Yuan betalen. Meer dan 20 euro lijkt een erg hoog bedrag om een berg op te mogen wandelen, maar ze hebben hier een breed stenen pad aangelegd met verlichting. Zo kan ik prima in het donker omhoog wandelen.

Mijn startpunt lag op 400 meter hoogte. Als ik op 700 meter hoogte ben wordt het wandelen meer trap lopen. Hua Shan
En niet veel later wordt het trap lopen meer trap beklimmen. Soms zijn er prima beloopbare trappen, echter soms zijn er ook trappen met te korte aantreden en te hoge optreden waardoor ik met handen en voeten omhoog loop. Ook zijn er langs de steile stukken -waar de trappen uit de rotsen gehakken zijn- kettingen gespannen waar aan ik me omhoog kan trekken en waar ik me aan vast kan houden om niet naar beneden te vallen of te glijden.

Bij helder weer zou het mooi zijn geweest om met zonsopkomst al in de buurt van 1615 meter hoge North Peak te zijn. Ik zie al snel dat ik daarvoor een uur te laat ben vertrokken, maar zodra het licht wordt zie ik ook dat het bewolkt is en dat er met zonsopkomst niets bijzonders te zien is. Om me heen zie ik nu hoge rotswanden. Op een hoogte van ongeveer 1500 meter komen er steeds meer wandelaars. Het uitzicht is hier spectaculair.

Ik wandel niet de North Peak op. Naar het zuiden toe zie ik de Blue Dragon Ridge. Over de hier uit de rotsen gehakken trappen wandel ik over een richel verder naar het zuiden richting South Peak. Op mijn gps staat een soort rondlopend pad langs 3 hoge toppen, maar dit pad is afgesloten en ik wandel nu direct naar het zuiden. Op het einde heb ik een mega gaaf uitzicht over de bergen en het Xiaqi Paviljoen. Ik wandel naar links nog een stuk verder omhoog omdat dat van daaruit het zicht -vanaf boven- op het Xiaqi Paviljoen -dat op een bergpunt ligt- nog mooier is. Ik ben nu op 2100 meter hoogte -bij East Peak- en ik zie dat de South Peak -hoogte 2160 meter- nog net iets hoger is.

Ik heb loodzware benen van al dat trap lopen gekregen. Ik wandel terug naar richting mijn hotel. Op de terugweg zijn de Taoïstische tempeltjes open die langs de route staan. Halverwege de afdaling kan ik bijna niet meer op mijn benen staan. Hoe verder ik naar beneden loop, hoe drukker het wordt op het pad. Ik krijg steeds meer medelijden met al die wandelaars. Bijna iedereen heeft het erg zwaar met het trap lopen en natuurlijk hoe verder ik af daal hoe meer die wandelaars nog omhoog moeten lopen.

Rond 12 uur vertrek ik met de fiets uit mijn hotel. Over de G310 fiets ik naar het westen. Mijn plan is om tot aan Weinan -ongeveer 60 kilometer- te fietsen. Zo'n 10 kilometer voor Weinan haal ik mijn Chinese fietsvriend weer in. Ik noem hem maar zo, want ik weet niet hoe hij heet. Communicatie met hem gaat heel erg moeilijk. Dit is de derde fietsdag dat ik hem in haal en dat we verder samen fietsen. Bij Weinan wil hij de G310 blijven volgen, terwijl ik een route door de stad op mijn gps heb gezet. Hij geeft aan dat hij nog verder door wil fietsen en dat we dan beter om de stad heen kunnen fietsen. Ik vind dat een prima idee, want dan kan ik morgen vroeg het Terracotta Leger gaan bezoeken. Het is nog 3 uur voor het donker is en ruim 40 kilometer tot de volgende stad.

Hoewel ik vanochtend -uit vermoeidheid- bijna niet meer op mijn benen kon staan, gaat het fietsen wonderbaarlijk makkelijk. Ruim voor het donker fietsen we Lintong in en gaan op zoek naar een hotel. Voor we zover zijn laat ik op een kaartje zien wat mijn fiets plannen zijn. Dan vraag ik waar hij vandaan komt en waar hij naar toe gaat. Hij komt uit Zhengzhou -wat hier maar een paar dagen fietsen vandaan is- en is op weg naar Hong Kong.

Bij een hotel regel ik een kamer. Mijn Chinese fietsvriend helpt me daarbij -net als gisterenavond-, maar toen had hij zelf al een andere overnachtingsplek elders in de stad geregeld. Als we mijn fiets gestald hebben vraag ik waar hij zelf gaat overnachten. Dan vraagt hij of het goed is -althans dat denk ik- dat hij hier ook blijft overnachten. Ik vind dat prima, het is me niet duidelijk of hij een hotelkamer wil delen. Maar ook dat vind ik goed, want ik krijg weer zo'n mega grote kamer met 2 bedden. Dan loopt hij naar de receptie en neemt zelf ook een kamer. Dat vind ik ook goed.

Na het douchen klopt hij aan en geeft me een tas met 2 flessen met drinken. Hij heeft nu een vertaalapp op zijn telefoon gezet en vraagt of ik mee naar zijn kamer kom om lokaal eten te gaan eten. Een leuke uitnodiging. Bij zijn kamer blijkt dat we gaan eten bij een klein restaurant tegenover het hotel. We krijgen beide een kleine schaal met een soepachtige saus. Daarnaast komt er een grote schaal met kokend water waarin een soort 4 centimeter brede pastastroken liggen. Deze stroken moet je dan in je schaal met saus dompelen en op eten. Het is wel lastige gladde pasta om met stokjes op te pakken. Na het eten probeer ik af te rekenen, maar mijn Chinese fietsvriend is me te snel af en heeft al met zijn telefoon betaald.

Zaterdag  30 september 2017  Terracotta Leger  53 km 452 hm
Na mijn ontbijt klop ik aan -om afscheid te nemen- bij mijn Chinese vried. Hij geeft aan dat hij met me mee gaat. Hij wil ook het Terracotta Leger bezoeken. Even later fietsen we aan de hand van mijn track op mijn gps de stad uit. Na een paar kilometer -bergop- is de weg afgesloten. We mogen er niet door, dit lijkt een soort personeelsingang. We moeten terug naar de stad en met een boogje -van ongeveer 10 kilometer- over een heuvel fietsen naar de andere zijde van het complex.

Het Terracotta Leger is natuurlijk een hele grote toeristenattractie. En in China betekent dit altijd dat er vele duizende bezoekers per dag of misschien wel per uur zijn. Dus kun je er alleen naar toe via aangegeven grote wegen met goed georganiseerde parkeerplaatsen. Alleen dit keer is er geen parkeerplaats voor fietsers. We worden wat op en neer gestuurd door de vele beveiligers en organisatiepersoneel die hier rond lopen. Ik word een beetje pissig tegen ze, nu staan ze hier met 20 man personeel ons op en neer te sturen en ik krijg het gevoel dat we van het kastje naar de muur gestuurd worden. Dan komt opeens iemand op het idee dat we misschien beter bij een winkeltje aan de overzijde kunnen parkeren.

Vanaf de fiets is het niet ver lopen naar de kaartverkoop. Het is gelukkig -het is een feestdag vandaag- nog niet druk. Het hele complex is gebouwd om grote aantallen mensen door te laten. Na de kaartverkoop is het 10 minuten lopen naar het museum. In één hal is een enorm grafcomplex dat nog niet is uitgegraven, daar wordt nog aan gewerkt. In terra cotta legerde belangrijkste hal staat een grafcomplex met daarin een heel leger aan terracotta soldaten en enkele paarden. Volgens mijn reisgids staan er 2000 soldaten en paarden opgesteld van de 6000 stuks die er in hebben gestaan. Ruim 2000 jaar geleden heeft de eerste Chinese keizer een enorm leger mee in zijn enorme graf genomen. Er is ook nog een hal met een kleiner graf en in het museum staan nog een paar paarden met wagens uit brons.

Met de flinke spierpijn van het wandelen van gisteren fietsen we naar Xian. In de regen fietsen we het laatste stuk naar het hotel wat ik via de treinreiswinkel heb geboekt. Voor het hotel nemen we afscheid. Mijn Chinese fietsvriend -waarvan ik nog steeds zijn naam niet weet- fietst verder naar het zuiden.

In het hotel spreekt men zeer slecht Engels. Dat is jammer want ik wil regelen dat mijn fiets hier 10 dagen kan blijven staan. Er liggen 2 treintickets klaar voor me bij de receptie. Op mijn hotelkamer pak ik mijn spullen voor de treinreis in en ga daarna met mijn fiets naar de receptie. Men wil morgen regelen wat ik met mijn fiets kan doen, maar ik wil niet tot morgen wachten want dan heb ik geen tijd omdat ik een trein moet halen. Al snel hebben we een plekje gevonden in de trappenhal. Het is niet goed afgesloten maar mijn heeft blijkbaar geen opslagruimte.

De receptie heeft toegezegd dat ze een taxi voor me bellen om me morgen naar het treinstation dat aan de noordzijde van de stad ligt te laten brengen. Echter belt er nu iemand die goed Engels spreekt en zegt dat ze geen taxi's regelen. Ik loop naar de receptie, maar helaas de goed Engels sprekende man blijkt hier niet aanwezig te zijn. Ik wil graag weten of ik er met de metro kan komen. Maar de mannen bij de receptie hebben nog nooit van de metro gehoord, ook niet als ik dit in type op hun vertaalapp. Op mijn kamer is een kaart waarop een metrolijn staat naar het noorden. Het is me echter niet duidelijk of die helemaal door loopt tot aan het treinstation voor de hogesnelheidslijnen. Gloogle maps kan ik hier niet openen en bing maps is niet duidelijk genoeg. Met sms heb ik nog contact met mijn zus, zij is hier ook geweest enkele weken geleden. Ze hebben een taxi genomen omdat ze dachten dat de metro niet op het treinstation kwam, maar mijn zwager zoekt het nog op en stuurt een sms terug met de melding dat ik er met de metro kan komen.

Na het eten wandel ik in de avond naar het metrostation bij de Bell Tower. Zo weet ik waar ik morgen tickets kan kopen en waar ik moet zijn. Hier in het centrum zit ook een Mc Donalds. Ik heb al gegeten, maar ik neem nog een cheeseburger menu. Ik ben behoorlijk afgevallen en de komende week ben ik steeds in grote steden en ga ik proberen weer wat reserves op te bouwen.
In 27 nachten in China heb ik € 49,52 per nacht uitgegeven. Alle nachten waren in hotels. Twee derde van de kosten waren voor de hotels en 7% voor alle toegangsprijzen. Ik heb 2318 kilometer gefietst en daarbij 13205 hoogtemeters gemaakt.

Opvallend China

Hoogtepunten China